e
besten hunner, door reeksen van vertrapte en duldende geslachten
ondermijnd, niet leven kon_, en--de lezer herinnert zich wellicht dat ik
in mijn opstel over _H. Roland Holst_ reeds zeer nadrukkelijk op dit
[p.69] feit heb gewezen en er de oorzaak van heb verklaard:[9]--_dit
heerschersbewustzijn is onontbeerlijk voor den objectieven menschschepper
bij uitstek, die de naturalistische epicus moet zijn_, en het is, dunkt
mij, dan ook door den meest botte niet langer een toeval te heeten--immers
men noemt een toeval datgene waarvan men de gebeurenslogiek, de
noodwendigheid _niet ziet_--dat juist in ons Holland niet alleen een
van joodsche geboorte zijnde naturalistische dramaturg van enorme
verdienste en productiviteit, _Heijermans_, is opgestaan, maar ook
een groot naturalistisch epicus, voor de allereerste maal van joodschen
stam en de evenknie in mensch-scheppend genie der groote epici van de
andere natien: _Is. Querido_.
[IS. QUERIDO: DE JORDAAN.]
Met Querido's jongste werk, mag men zonder vrees voor gegronde
tegenspraak beweren, blijkt voor de allereerste maal een groot joodsch
epicus te kunnen bestaan. Alle filosofische, lyrische en didactische
bijmengsels, tot nu toe in zoo sterke mate in epiek van Joden aanwezig,
dat zij hoofdbestanddeel werden en de epiek in hen verzonk, zijn hier
weggevallen. Hier is door het Joodsche genie dan eindelijk de macht tot
de naakte, pure en in geenerlei opzicht versierde of opgesmukte
menschbeelding veroverd. En dit ten-slotte-bereiken na eeuwen
worsteling, dit vermeesteren na het opstormen als een zee tegen een
onwrikbare weer van rotsen, na het terugdeinzen dan weer en opstormen
opnieuw, en de eeuwen door, dag na dag en nacht na nacht, tot het
onverwrikbare verwrikt, verpoeierd en vermolmd en een der, meestal
onbewuste, levens-doelen bereikt is--dat is iets wat het Joodsche ras
zeer eigen is, dit onverbrekelijke, nederige en trotsche ras, dat ras
van schuimende dondering en vleiig gefluister, dat opgolft tot de
hemelen en neerzinkt tot in den afgrond; een "halsstarrig volk"
inderdaad, dat door alle vervolging en alle verdrukking heen--om
_Slousch's_ woorden te gebruiken--: ne cessa d'evoluer, de se
transformer et de s'impregner du genie de toutes les races, de toutes
les civilisations, pour aboutir de nos jours a l'eclosion d'une
litterature [p.70] moderne. Het kan lang duren voor een der doelwitten
van zijn onbewusten levenswil is bereikt; het kan middelerwijl
tienduizenden z
|