FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  
van het heden kunt ontvluchten. Nu weet ge dit nog niet, en dan: uw oogen zijn juist sterk genoeg geworden, om zich te koesteren aan der toekomst bleeken ochtendgloor. [p.101] Zoo wendt ge u tot haar. O, het schoon gelaat dier wereld, van wie nauw de nacht is afgegleden en die in den vroegen ochtend openglanst ... de velden dragen glinsterinkjes van dauw, de bloemen ademen naar hun geurige wijze, er is nog een lichte dampigheid, die haar trillende sluierflarden bij plekken over het zonvergulde waast, waar hoog in de verte de morgenstad op glooiende heuvels wacht.... Maar zaagt gij haar wel zoo?... Wellicht verscheen zij u wel als jonge vrouw, een half verloken belofte op het neerziend gelaat ... wellicht als Roem, Rijkdom ... wie dan gij-zelf zou het kunnen zeggen, hoe zij u verscheen.... Want zonder tal zijn de gestalten, waarin zij zich verhult. De goden hebben haar de gaaf der gedaanteverwisseling verleend. Een andere Mestra, verschijnt zij vaak als tot dienst gewillige slavin, verkoopt zich telkens opnieuw en ontsnapt weer telkenmale.... Onnoozele, die het niet wist: met de vrucht van uw werk, door haar verworven, zonder u te dienen, voedt zij haar onverzadelijken vader, den wreeden heerscher, dien gij wildet ontvluchten.... Later begrijpt ge, dat dit alles zoo moest zijn: hoe weinigen zouden werken voor het heden, zoo ze 't niet, in hun gedacht, voor het bezit der toekomst deden!... Dan, als ge dit begrijpt, glimlacht ge om 't schoon bedrog; ge zijt nu ook ouder geworden, ge leert u schikken in wat onvermijdelijk is en uw oogen zien moedig en sterk in het volle daglicht. Gij vreest niet meer de kletterende rumoeren, de plompe voeten, den aanblik der zwoegende en strijdende gestalten van het heden. Gij voelt dat alles niet meer als een vreemde en wreede overheersching, maar bloed van uw bloed nu. Niet van het hooge en ijle in u gemaakt, gelijk uw droomen waren, maar aan het hart-diepe en innige in u verwant. Ge leert, o verrukking, van het "leelijke" de schoonheid zien. Maar ge leert meer: hoe het verleden, maar ook de toekomst en het heden slechts verschijnselen-van-de-oppervlakte zijn: drie meren, elkaars inhoud onophoudelijk wisselend door en in een diep verborgen bron. De vergankelijkheid, die ge meendet te zien, is slechts eene van verhouding en vertoeven-in-zekere-sfeer, niet van wezen. Nu [p.102] erkent gij eerst goed de dwaling uwer voorkeuren, gij voelt u nu rijk en gelukkig met het heden, en zijt gij al
PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  



Top keywords:
toekomst
 

gestalten

 

zonder

 
slechts
 

ontvluchten

 

verscheen

 

geworden

 

schoon

 

gelaat

 

begrijpt


rumoeren

 
plompe
 

weinigen

 
aanblik
 
kletterende
 

strijdende

 

werken

 

zwoegende

 

zouden

 

wildet


voeten

 

vreest

 

schikken

 

glimlacht

 

bedrog

 
onvermijdelijk
 

gedacht

 

daglicht

 

moedig

 

vreemde


meendet

 

verhouding

 
vertoeven
 

zekere

 

vergankelijkheid

 

onophoudelijk

 

wisselend

 

verborgen

 

voorkeuren

 

gelukkig


dwaling
 
erkent
 

inhoud

 

elkaars

 

droomen

 
gelijk
 

gemaakt

 
overheersching
 
innige
 

verwant