smade, veelgelasterde Therese Levasseur"....
En stroomt dan vonkelend en ruischend weer voorbij....
Dan openbaart zich ook haar beeldend en metaphorisch vermogen in zijn
volle kracht. Vermocht ik in het jeugdverhaal slechts eene
werkelijk-beeldende uitdrukking te vinden, die nog klaarblijkelijk een
reminiscentie is[31] en slechts een vergelijking, 'n rhetorische, en nog
wel eene van zeer geringe soort, welke [p.138] geheel uit het kader van
haar werk valt en volstrekt vreemd is aan de hooge sfeer van haar
stijl,[32] later verandert dit alles, ziet zij in dat Parijs, "_dat
koortste van goudkoorts als een delverskamp_," het Parijsche volk
lijden: "ver van de schittering, het genotgezwelg en de verdorvenheid,
laag en onzichtbaar als in een andere wereld, _als in de verborgen
stookruimte van een modern reuzenschip_"; ziet zij: de gedachten zich
uit Rousseau's Onbewustheid losmaken en stijgen "tot 't bewuste, _met
zware wiekslagen, zooals woudduiven opvliegen uit 't diepste van 't
woud_." Merk hoe verrukkelijk deze beelden zijn omdat zij, zoowel wat ik
wensch te noemen: de _hoofdzakelijke_ als _additioneele_ schoonheid aan
goede metaphoren eigen, bezitten, en rhetorisch noch reminiscenties
zijn. Immers de _hoofdzakelijke_ schoonheid van een "beeld," bestaat
daarin, dat het de verborgen eenheidsessentie van twee verschillende of
zelfs schijnbaar tegenstrijdige begrippen, zaken of wezens aantoont. En
hoe duidelijker en overtuigender ons die eenheid wordt aangetoond, hoe
grooter onze verrukking is. Deze heeft dan een tweeledige oorzaak: een
algemeen-menschelijke en een artistieke. De eerste is: dat het
doorvoelen, zij het slechts tot op zekere diepte, van de eenheid van dat
wat men tot dan verschillend of tegenstrijdig heeft geloofd, het hoogste
geluk is, dat een mensch, die op dien naam aanspraak maken mag, gebeuren
kan. Want het hart van zulk een mensch haakt en verlangt naar eenheid,
hij voelt het veroveren van het bewustzijn, dat alles en allen in
diepste wezen een zijn als zijn hoogste levenstaak, en telkens als hij
dus--om 't zoo eens te zeggen:--een stukje van dit bewustzijn heeft
veroverd, voelt hij ook bevrediging en geluk. De tweede is: dat wij de
beweging van het Scheppend Vermogen bewonderen, toen het dit een-zijn
van het verschillende of tegenstrijdige uitbeeldde. Het zal den lezer
uit deze beschouwing duidelijk zijn, dat het dus van het hoogste gewicht
voor die zoo rijk [p.139] genot schenkende eigenschappen van e
|