FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  
enschen zijn, doet geboren worden--mij lijkt die bewering even onjuist, als wanneer mij iemand zou zeggen, dat ik uit eerbied voor de natuur, de aard en gesteldheid van een kwalijk-riekend moeras niet zou mogen onderzoeken, dat zij zelf nochtans voortbracht en waarin zij zelf een rijke flora en fauna leven doet. Deze eerbied, zij hier entre parenthese gezegd, schijnt mij dan ook bedenkelijk veel op een beleedigen te gelijken. Het is dan wel, of wij arme, kleine menschjes ons verbeelden, sommige daden en voortbrengselen der natuur "met den mantel der liefde te moeten bedekken"! De lezer ziet dus duidelijk, dat in iemand van _mijne_ overtuiging die eerbied volstrekt geen eerbied, maar een belachelijke en verdwaasde hoogmoed [p.147] zou zijn. Maar overigens is er nog een andere reden, waarom _ik_ dat argument verwerpen moet. En ik kan slechts ernstig hopen, dat het bekend maken dier reden geen aanleiding tot misverstand tusschen den lezer en mij zal te weeg brengen. Uiten moet ik haar. _Ik ken den eerbied niet en evenmin de keerzijde van dat begrip: de moraliseerende geringschatting of verachting_. Ik ken _slechts de liefde en den instinctmatigen afkeer._ Eerbied beteekent immer een min of meer op een afstand blijven--een _eerbiedigen_ afstand, zegt het spraakgebruik!--van, en een niet-indringen in het geeerbiedigde. Liefde beteekent: een naderen tot en een indringen in het geliefde. Waarom zouden wij op een afstand blijven van datgene, dat de Natuur ons toestond te naderen, toen zij ons de vermogens daartoe verleende? Zouden wij het beter willen weten dan Zij? Laat ons gerust zijn, waarvoor wij "eerbied" moeten hebben, dat _kunnen_ wij niet naderen, want Zij heeft den weg daarheen voor onze voeten opengebroken, toen Zij ons de vermogens onthield, gelijk Zij over andere wegen, die naar het lage leiden, waarvoor wij nog te onrijp en te zwak zijn om er het hooge in te herkennen, de versperring van onzen _afkeer_ sloeg. Eerbied, zeg ik u, is iets overtolligs; liefde, indringende liefde vraagt de wereld van ons. Eerbied is ook een slechte begeleider der waarheid. Uitteraard heeft hij dikwijls geen andere keus dan zelfmoord of het vermoorden der waarheid. Hij is als die reiziger in de woestijn, die zijn metgezel doodde omdat er voor beiden niet genoeg water meer was. Niet alzoo de liefde: zij is als dat vlugvoetige, zachtoogige, trouwe wezen, snel doorijlend elke woestijn: ook haar kan geen enkele deren; levend van de zuive
PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  



Top keywords:

eerbied

 

liefde

 

andere

 
naderen
 

Eerbied

 
afstand
 

moeten

 

waarvoor

 

waarheid

 

slechts


vermogens

 

indringen

 

beteekent

 

natuur

 

iemand

 
afkeer
 

blijven

 

woestijn

 
voeten
 

onthield


opengebroken

 

daarheen

 

geeerbiedigde

 

spraakgebruik

 

geliefde

 

toestond

 

Natuur

 
daartoe
 

verleende

 

willen


datgene
 

hebben

 
kunnen
 

Zouden

 

Waarom

 

gerust

 
zouden
 

Liefde

 

beiden

 

genoeg


doodde

 

metgezel

 

zelfmoord

 

vermoorden

 
reiziger
 

enkele

 

levend

 
doorijlend
 

vlugvoetige

 

zachtoogige