die zij verheerlijkten, maar die idealen waren innerlijk
onwaar en voos_....
En Rousseau was een uiterst gevoelig kunstenaar, een van de
gevoeligste misschien, die ooit heeft geleefd. Zoodoende zoog hij
de schoone krachten, het revolutionnair idealisme en de huiselijke
innigheid der burgerlijke klassen binnen, maar [p.149] _ook de
valsche elementen, het onwaarachtig bestanddeel in hun gevoel_. Ook
deze gingen over in zijn klankgehalte en in zijn stijl. _Deze zijn
schuld_ aan het theatrale, gezwollene, geforceerde, dat zijn werken
ontsiert daar waar hij de moreele en sociale idealen der
burgerlijke klassen in beeld brengt, _nooit_, wanneer hij het zijn
persoonlijke ervaring doet.[34]
Om te beginnen: het is niet juist, dat wanneer Rousseau zijn
persoonlijke ervaring in beeld brengt, het holle pathos, de
opgeschroefde gezwollenheid afwezig zouden zijn. Integendeel, ik beweer:
in het autobiographisch werk zijn ze er pas goed, in gezelschap nog wel
van hun valsch opgedirkte en geblankette zuster: de _pose_. Gij, die de
schoone paden der _Confessions_ gegaan zijt, hoevele malen hebt ge er
dit ongure, kermisachtige drietal, in den kleurigen opschik hunner
klatergouden todden, niet ontmoet? Maar behoef ik dat wel te vragen,
sterker: zij openden u het hek van den tuin!
Je me suis montre tel que je fus; meprisable et vil quand je l'ai
ete; bon, genereux, sublime, quand je l'ai ete: j'ai devoile mon
interieur tel que tu l'as vu toi-meme, Etre eternel. Rassemble
autour de moi l'innombrable foule de mes semblables; qu'ils
ecoutent mes confessions, qu'ils gemissent de mes indignites,
qu'ils rougissent de mes miseres. Que chacun d'eux decouvre a son
tour son coeur au pied de ton trone avec la meme sincerite, et puis
qu'un seul te dise s'il l'ose: _Je fus meilleur que cet
homme-la._[35]
Deze toon, die toon van: "a tout prendre: je suis le meilleur des
hommes," die telkens en telkens weer ons in de ooren klinken, het heele
werk door, is niet die van de eerlijke zelfverheerlijking maar die van
de in "_valsch pathos_" zich uitende "_geforceerde spanning van het
gevoel_" van het zelfbedrog. En spreekt hij over het te-vondeling-leggen
zijner kinderen, dan, zooals wij later zullen zien, klinken zijn
redeneeringen als leeg vaatwerk met barsten, dan wordt 't alles bombast,
dan dringen in al zijn uitingen "smakelooze liefde voor het theat
|