et gevoel van geluk, bewondering, opgeheven-worden
voortbrengt. Mevr. Holst daarentegen beweert, dat hoe sterker zekere
"burgerlijke" kunst een gevoel van wrevelige neerslachtigheid
veroorzaakt, des te voortreffelijker is zij! Hoe komt zij tot een
dergelijke bewering? Omdat onze schrijfster slechts de keus had tusschen
twee dingen: of te zeggen, dat dergelijke werken[23] als die zij
bedoelt, _geen kunst_ zijn, 't geen zij vermoedelijk zelf een
ongerijmdheid vindt, of te zeggen, dat zij bij den lezer sentimenten
produceeren niet alleen minderwaardig aan maar het tegenovergestelde van
wat, volgens haar, de kunst alleen dier samenlevingen te weeg brengt,
waarin zedelijk en aesthetisch ideaal wel konden samengaan, waarin de
kapitalistische productiewijze de scheiding dier beide niet had
voltrokken. "Wrevelige neerslachtigheid" dus tegenover: geluk,
bewondering, opgeheven worden.--Zoo gebood 't het
_historisch-materialisme._--
Och, ik weet het, dit onderzoek naar de primaire oorzaak van de
aesthetisch-critische meeningen onzer schrijfster mocht [p.119]
eigenlijk overbodig heeten: weet niet ieder, die niet alleen de werken
der dichteres maar ook der prozaiste Roland Holst gelezen heeft, dat zij
niets schrijven kan of haar gedachtegang wordt door het
historisch-materialisme bepaald en dus zeker, en in de allereerste
plaats, haar socialistische aesthetiek? En wie trouwens zou zich
daarover kunnen verwonderen? Het historisch-materialisme is nog
betrekkelijk jong; als methode van verklaring der herkomst van den denk-
en gevoels-inhoud is het in de handen dezer vurige socialiste een
strijdbijl, waarvan zij van den ochtend tot den avond de snede beproeft.
O erger--en verre zij 't van mij hiermede iets kwetsends te willen
zeggen, ik wil slechts zonder schipperen de waarheid uiten zooals ik die
zie--; zij als haar mederedacteur Gorter hanteeren de methode zoo
er-op-verliefd, als een kind een zaag, die het pas gekregen heeft, die
het niet een oogenblik uit de handen zou kunnen leggen: in de
kostbaarste meubelen snijdt het krabben en krassen ... och de zaag is
zoo mooi, hij is zoo scherp ... nu eens probeeren of je dit en dan weer
of je dat ermee zagen kunt....--Maar wilt ge trots dit feit en
niettegenstaande de historisch-materialistische premissen in de
voorafgegane citaten uit Gorter open en bloot liggen, het toch ook bij
hem, tenminste eenmaal, _aangetoond_ zien? Welnu dan: In zijn betoog,
dat er 1 deg. geen menschelijke aandoeni
|