FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>   >|  
ende handen, hun aanraking sterk en teer van liefde, ze toonen mij een kind, niets dan een kind, een "bruinoogig, sierlijk knaapje".... Maar een ontroerd vrouwegelaat zie ik boven zijn hoofd, oogen, die mij glanzend, trotsch-gelukkig en suggestief aanzien, en ik versta plots in vollen omvang, wat dit gelaat mij zegt: hoeveel dit kind voor de menschheid zal beteekenen. Mijn hart zwelt den kleinen uitverkorene tegemoet. Het is Jean-Jacques Rousseau.-- En dan volgen de zes-en-dertig schoone bladzijden over zijn jeugd, een zoete, innige melodie, maar--als door een fluit een nachtegaal nagefloten. Voor wien de nachtegaal-zelf te voren heeft gehoord!... Want het beeld van Rousseau's jeugd, zooals het in _Les Confessions_, dat stylistisch wonderwerk van subtiele zelfbeluistering, tot ons is gekomen, is niet louter een brok autobiographie, dat _elk_ later dichter, die de voor de verwerking dier stof geschikte vermogens bezit, zou kunnen benuttigen, om er zijn eigen schoonen droom uit te _scheppen_, maar het is _zelf een subliem gedicht_, dat den lezer, en zeer zeker den bewerker, niet alleen materiaal aanbiedt, maar hem ook noodwendig beheerscht, door de artistiek-geniale doorlichting en verheerlijking van dat materiaal, zoodat tenzij die bewerker een Rousseau verre [p.136] overtreffend genie bezitte, dat dezelfde stof nog heller doorlichten, nog schoener en anders gezien in kunst zou kunnen beelden--vrijwel ondenkbaar in dit geval--hij zich niet slechts niet zal kunnen vrijmaken van die overheersching, maar zich zelfs wel wachten zal voor eenige poging daartoe, wel overtuigd als hij zijn zal, daardoor te zullen komen tot het maken van werk, dat en slechts quasi-zelfstandig en sterk minderwaardig zou zijn aan het oorspronkelijk gedicht.... Een gedicht, waarin al de weemoed herfst van een oud gebroken man, die zijn zoete jeugd herdenkt; waarin menschengestalten, sinds lang in den dood verdwenen, herrijzen, van verre staande met de aureool zijner liefde om de slapen, en waar veel flonkerende kostbaarheden al geborgen staan in herinnerings-schrijn, om straks--o toch luttele vergaarde schatten van dit aardsche leven!--te worden meegevoerd naar dat eeuwig leven, waarnaar hij smacht.--Want wel ter dege behoort men, om naar alle zijden rechtvaardig te zijn, de _relatieve_ waarde der dingen niet uit 't oog te verliezen. "Wanneer zij Rousseau's jeugd herdenkt, wordt dit verhaal een gedicht onder hare handen," las ik in _De Ploeg!_[30]
PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>   >|  



Top keywords:

gedicht

 

Rousseau

 

kunnen

 
waarin
 

nachtegaal

 
liefde
 

slechts

 

bewerker

 

herdenkt

 

materiaal


handen

 

oorspronkelijk

 

dezelfde

 

herfst

 

weemoed

 
bezitte
 

minderwaardig

 

gebroken

 
overtuigd
 

vrijmaken


schoener

 

overheersching

 

wachten

 

anders

 

beelden

 

vrijwel

 

ondenkbaar

 
gezien
 

doorlichten

 

eenige


zullen
 

daardoor

 
poging
 

daartoe

 

heller

 

zelfstandig

 
rechtvaardig
 

zijden

 

relatieve

 

waarde


smacht

 

waarnaar

 

behoort

 

dingen

 
verhaal
 

verliezen

 

Wanneer

 
eeuwig
 

meegevoerd

 

zijner