FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114  
115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   >>   >|  
menschen het levensverloop even aesthetisch belangrijk, even waard afgebeeld te worden in kunst. Er is voor hem niet meer grond, door den eenen mensch meer getroffen te worden dan door den anderen, als er grond is wezenlijk onderscheid te maken tusschen mensch en ding. Vandaar, vooral bij den hedendaagschen nabloei van het naturalisme, de neiging tot het afbeelden van volslagen onbelangrijke, vaak in de nietigste kleinigheden uitgeplozen levenssneden van volslagen onbeduidende menschen--zij het geheel objectief of in een tint van medegevoel of ironie. [p.107] Mogen wij wel aannemen, dat deze aesthetische overtuiging van den burgerlijken kunstenaar de oorzaak is van _de neiging tot_ het afbeelden van "volslagen onbelangrijke ... levenssneden"? Wijst dat tusschenzinnetje: "vooral bij den hedendaagschen nabloei van het naturalisme" niet op de m.i. ware oorzaak? Immers, kunstenaarsaanleg is zeer verscheiden: de een heeft de macht en den drang tot het scheppen van heroische wezens en omvangrijke, grootsche tooneelen, de ander slechts tot het uitpluizen van kleine levens-afsneden van volslagen onbelangrijke menschen. Der eersten aanleg is meestal machtig en groot, die der laatsten meestal zwak en klein. De oorzaak van het opkomen van het groote meerendeel der laatsten is dan ook: het gewekt zijn van hun kleine aanleg door voorafgaande grooten. Waren _die_ er niet geweest, misschien hadden _zij_ dan nooit geschreven; vandaar, dat hun werk bijna altijd bij een _nabloei_ hoort, nu van het naturalisme en in andere tijden van een ander isme. Altijd zijn die nabloeiers min of meer klein--zij behoeven niet geheel ontbloot van groote eigenschappen te zijn--hun werk is altijd min of meer het werk van uitpluizers, vergeleken bij de geweldige rotsklompenuithouwingen der voorafgaande grooten. De kleine uitpluizers van onzen tijd hebben dan ook niet als 't ware moed geschept, om hun werk te maken, uit, zijn daartoe niet gekomen door de door Mevr. Holst aangewezen aesthetische overtuiging van het burgerlijk kunstenaarschap, maar het is omgekeerd: omdat de burgerlijke kunstenaars inzagen, dat die kleine kunst toch ook _kunst_ is, kregen zij of werden zij versterkt in die aesthetische overtuiging. Zien wij verder: Hoe meer de kunstenaar er in slaagt door zijn voorstelling het gevoel van de groote onbeduidendheid van het verbeelde leven te wekken--dat is een gevoel van wrevelige ne
PREV.   NEXT  
|<   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114  
115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   >>   >|  



Top keywords:
volslagen
 

kleine

 

overtuiging

 
oorzaak
 

menschen

 

onbelangrijke

 

aesthetische

 

nabloei

 

naturalisme

 

groote


geheel

 
gevoel
 

levenssneden

 
grooten
 
worden
 

kunstenaar

 

voorafgaande

 

altijd

 

aanleg

 

hedendaagschen


vooral

 

laatsten

 

uitpluizers

 

neiging

 

meestal

 
mensch
 

afbeelden

 

behoeven

 

nabloeiers

 

Altijd


eigenschappen

 

ontbloot

 
misschien
 

geschreven

 

vergeleken

 

hadden

 

vandaar

 

geweest

 

tijden

 

andere


kunstenaarschap
 
versterkt
 

verder

 

werden

 

kregen

 
kunstenaars
 

inzagen

 
slaagt
 
wekken
 

wrevelige