bit klemt in onzen mond?
En terwijl de hymne der wedergeboorte op onze lippen zingt, in de
hoogste extase der vreugd van te leven, snellen wij naar het graf.
Blz. 63 ... _C'est la vie reelle_:
... Het is het werkelijke leven, de krachtsinspanning, die de dichter
den ontaarden zonen van het Ghetto predikt.
Zelf overvloeiend van levens- en arbeidslust, oefent hij daardoor een
des te grooter invloed op de lezers, zijn eigen lotgenooten uit.
Hij is zich bewust van zijn rol als vernieuwer en herschepper. Hij is
even mild, even gul als de natuur het voor hem-zelf is.
[p.97] Blz. 63 _debordant de joie de vivre_: overvloeiend van de
blijdschap van te leven.
Blz. 63 _Mais non_:
Maar neen! Zij sterft niet, de poezie! Zij sterft nimmer. Zelfs ten dage
dat de mensch-worm er in zal slagen zijn heerschappij over de domeinen
van den hemel en den afgrond uit te strekken, den donder en bliksem te
temmen, en met zijn klaarheden de duisternissen van den poolnacht te
verjagen, sterft zij niet.... Midden de omlijstingen van zuiver goud en
uit de halssnoeren der rijmen zal opgaan de geestdrift van de
dichterziel, machtig, als het trots gegrom van de zee. Verwijlend bij de
heugenis der daden, in verleden tijden door de vaderen volbracht, en in
de onmetelijke gelukzaligheid der komende eeuwen, sterft zij niet, zal
zij nimmer sterven!...
Blz. 65 _Lesen kann ich gar nicht_:
Lezen kan ik heelemaal niet en schrijven maar weinig. Sedert een jaar is
een oog geheel dicht, het andere zeer zwak en 2/3 van het gelaat, de
mond daarbij inbegrepen, is verlamd. Daarbij komt, dat ik levenslustig
ben gebleven en heelemaal geen trek heb mij kalmpjes onder de voet te
laten loopen. Integendeel, de teenen jeuken mij en God zij het zitvlak
genadig, dat zij eerstdaags zullen schoppen.
Blz. 65 _Im Laufe des Gespraches_:
In den loop van het gesprek nam ik een fransche krant op en nadat ik
vluchtig den inhoud had doorgezien, vroeg ik Heinrich zijn meening over
de publieke personen in Frankrijk, "Och," zei bij, "daar moet ik je 't
zelfde op antwoorden, als wat die oude Fransche wachtmeester zei, toen
de leverancier Lewi zijn ossen afleverde. Dit vond plaats op het
marktplein van een klein stadje, waar de Staf, voor wie de ossen werden
voorbijgedreven, om geteld te worden, stond opgesteld. De heer von Lewi
had de verplichting op zich genomen 300 ossen te leveren, maar had er nu
slechts 100 tot zijn beschikking. Hij liet daarom de ossen stuk voo
|