FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88  
89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   >>   >|  
amsen buiten geplunderd, struiken en halmen vertrapt en afgerukt, voor bemachtiging van ooievaarsblom en waterranonkel. De handjes hadden wild gegraaid tusschen blonde sterre-bloempjes fijnstraal, en plompen, soms terugschrikkend voor een graspieper, ze langs 't gezicht fladderend, of weggelekt door een flonkervleugels-vertrillende [p.82] libel, die dronken om het vanielje-geurige zoet van witte orchideeen heen-kringde._[13] Zoo hadden de kinderen geplukt, geplukt, en de verbrokkelde en geknauwde armoe-buurten van de Jordaan, voor eenige uren opgetooid met 't geel-goud, purper en wit gebloemt van buiten.--_Uitgesleten, kist-donkere en lood-rechte slingertrapjes, waren oversmakt van stervende ruikertjes. Op vunzige stoepjes en in duister-verhulde kelders, waar altijd de goot borrelde of stonk, was bloemsap gedruppeld, rookten geuren na van klaver en iris, waterbezie en bitterzoet_.--Even maar hadden de kinderen, rondslenterend in hun vacantie, in hun sjofele plunje meegedragen naar de gore stegen en walmende straten, lucht van oevergras en versch hooi, _dadelijk weer gedoofd door bak-stank van visch-stalletjes, die, in goedkoop oliedrenksel, scholletjes en botjes in steen-glazuren kommen voor de gulzige Pinkster-smakkers gereed hielden._--_Want dwars tusschen het zomerig zoeken der kinderen naar de blank-blauwe lucht van het wijde landschap, naar den koelenden watergeur, en 't loeren op 't geheimzinnig stekeltjes- en torren-gekrioel in de hemel-verspiegelende slootjes_,--_gierde het luidruchtig vertier der volwassenen. In potwagens, bonte Jan Pleziers, open bakken en hooge tent-karretjes, zwijmden dronken stelletjes van vier, zes, acht en twaalf soms, bijeengeperst in de gloeihitte, verzweet en opgewonden_.--_De keien hadden geschud van de ratelende en rollende vigelant-wielen. Tot 's avonds bonkerden ze door, als de roode zon al verwilderenden weerschijn op de zatte en afgestompte tronies vlamde_. Vormen deze tegenstellingen niet een compositorisch schoon? En zijn de beschrijvingen-zelf niet van een verrukkelijke vorm-, geur- en atmosfeergeving? Maar toch, ware het niet geweest om daarmee mijne bewering betreffende de compositie te ondersteunen, ik zou verkeerd gedaan hebben met dit te citeeren, terwijl ik al dat andere minstens even mooie niet aanhalen kan: de prachtig
PREV.   NEXT  
|<   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88  
89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   >>   >|  



Top keywords:

hadden

 

kinderen

 

dronken

 
geplukt
 

buiten

 
tusschen
 

Pleziers

 

bakken

 

volwassenen

 

luidruchtig


vertier

 

potwagens

 

bijeengeperst

 

twaalf

 

gloeihitte

 
verzweet
 

karretjes

 

gierde

 
zwijmden
 

stelletjes


verspiegelende

 

prachtig

 

zoeken

 

blauwe

 

zomerig

 

smakkers

 

gereed

 
hielden
 

landschap

 

gekrioel


torren
 

aanhalen

 
opgewonden
 

stekeltjes

 

geheimzinnig

 

koelenden

 
watergeur
 

loeren

 

slootjes

 

ratelende


citeeren

 

hebben

 

atmosfeergeving

 

verrukkelijke

 
schoon
 

beschrijvingen

 

bewering

 
betreffende
 

compositie

 

ondersteunen