r vreugde schonk mij het gemoeten van dat
vrijwel nieuwe element in Querido's werk: het beelden van het
kinderleven. En zoo er ooit sprake mocht zijn van een coup d'essai, die
een coup de maitre was, dan is het hier:
Siempie, die bij Mientje geslapen had, klom stiekem naar de
spelenden over. Maar Daantje duwde hem heftig bij zijn blond kopje
terug.--Zacht begonnen weer de stemmetjes op te giebelen. Daantje
krabbelde Koentje in zijn hals; Pietje sprong dwars over Sientje en
Siempie pakte de beenen van Pietje, die in de lucht zwalkten, met
de, er los bij bengelende kousen vol gaten. Weer probeerde Siempie
in te klimmen.--
Nei!... hield hardnekkig Daantje vol ... jei, jei ... bin nie
tronke ... jei nie ... jei ke nie ... swaaije....
--Mo je eirst slokkies kaupe ... doar ... wees Pietje met haar
klein armpje langs Stijn heen, naar een hoek bij de tafel.
--Die heb nog nie aupe ... verdedigde zich Siempie, rillend van
kilte in zijn onderbroekje.
--Kaup se den bei maan ... slokkies?... hoefeul?... gierde Pietje,
doende alsof ze inschonk.
De zusjes en broertjes gilden en tierden weer als voor Neels
waarschuwenden snauw, die ze even zoo plotseling had stil
gemaakt.--Jansie, eerst het bezonnen en bedillende kind-moedertje,
had langzamerhand al haar waardigheid ingeschoten, lachte en
stoeide nu zelf om 't hardst mee. Ze verdubbelde zelfs de rollen,
morrelde er een heele comedie omheen.
--Nou mot jei.... Siempie ... schobber uytjouwe ... hitste ze naar
Sien,... en jei ... leileke neitekles! roepe ... en den.... sel
ikke.... sie je.... sel ikke je arrestere.... bei Swerte Jens haur
... ikke bin peliesies.... Enne ... enne ... jei bin auk peliesies
... haur!... stookte ze Siempie op.
Maar dan vooral dit (Pietje, het kleine dochtertje van Stijn en Neel,
mist de jonge poesjes, die verdronken zijn):
Maar Pietje bleef heel angstig en huilde met zachte snikjes.
Werendig moedertje,... suste Neel,... de poessies binne femorrege
gehoald, faan!... mit sau'n hauge figelente ... se wasse siek....
0! sau siek! liefeling, en nou ... nou binne se ... in 't
kette-gesthuys....
--Enne ... enne ... vroeg blond Pietje met goddelijke
onschuld-oogjes er tegenin ... 'k hep 't nie gehaurd?...
As jei sloap ke je ommers nie haure,... moedertje,... [p.88] se
legg
|