FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38  
39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   >>   >|  
ren, de begijntjes en de arme menschen en iedereen te kunnen genezen. Van tijd tot tijd zag hij eens door het venster naar de maan. Om half tien deed hij het venster toe, blies de lamp uit en ging naar boven om te slapen. Charlot was op haar kamer nog half hardop gebeden aan 't zeggen. Hij stond reeds in zijn hemd en gereed om in 't bed te trappen, maar hij ging nog eens door het venster zien naar buiten waar het vol nevel en maneschijn lag. De avond was kalm lijk fijn olie. "'t Is zonde nij te slape," zei Pallieter, en hij bleef met zijn ellebogen op den vensterrichel geleund in den nacht zitten zien. De meidoorn rook in den lichten nacht als een bedwelming. Daar floot weer die jonge nachtegaal. Pallieter beluisterde zijn gezang. Het waren eerst lange, stille trekken, zoo fijn als een naald: dan werden het klaardere, breede klanken met een diepe, volle waterslag erin, en ineens brak het klimmend gefluit in rollende broebelingskens uiteen. En de stilte van den nacht die tusschen elke herhaling leefde, was als een deel van het aandoenlijk fluiten dat altijd-aan maar schooner en schooner wierd. Pallieter kreeg er een keuteling van in zijn lijf en de quintessencie van zijn woelige blijdschap moest uitgeklonken worden. Hij zocht zijn harmonica, zette zich op 'n stoel voor het venster en zoo, in zijn koel hemd, speelde hij een machtig lied vol zwaarstappende akkoorden, dressen van hooge noten en gedans van heldere middentonen. 't Wemelde ondereen tot een blijde marsch, die verweg klonk over de maanbeschenen landen van den geurenden nacht. En dan eerst trapte hij in zijn bed en deed gerust zijn oogen toe. DE HOF, EN DE BRIEF VAN CHARLOT Het smakelijke groen, dat de malsche Mei zoo zot uit de boomen had geklopt, was open gevouwen en overdekte nu het aanschijn van de wereld. De beemden waren een bloem en de reuken van kruidnagel, lisch en peterselie wandelden ondereen bij nacht en dage door de lucht, 't Was om er bij in slaap te vallen lijk een slang door zoet muziek ... Wie had het in den witten winter kunnen denken, dat er in die kale, harde aarde en die bloote, zwarte boomen zulke macht van hartverheugend leven zat bijeengekoekt? Pallieter zat in den hof het jonge groen te zuiveren. De grond was malsch lijk boter en blonk van vettigheid. De zon kwam lijk een warme adem op Pallieter zijn wit hemd, en het deed hem zoo'n deugd dat hij er zijnen rug van ronddraaide, en hij zong. Bi
PREV.   NEXT  
|<   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38  
39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

venster

 

boomen

 

kunnen

 

ondereen

 

schooner

 
malsche
 
geklopt
 

smakelijke

 

speelde


gevouwen

 

machtig

 

overdekte

 

gerust

 

blijde

 

Wemelde

 

akkoorden

 

marsch

 

verweg

 
dressen

gedans

 

heldere

 

middentonen

 

zwaarstappende

 

maanbeschenen

 

landen

 

geurenden

 

trapte

 
CHARLOT
 

zuiveren


malsch

 

bijeengekoekt

 

hartverheugend

 

vettigheid

 

zijnen

 
ronddraaide
 

zwarte

 

bloote

 

wandelden

 

peterselie


kruidnagel

 
wereld
 

beemden

 

reuken

 

vallen

 

denken

 
winter
 

witten

 

muziek

 
aanschijn