FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  
burgerlijke klassen binnen, maar ook de valsche elementen, het onwaarachtig bestanddeel in hun gevoel. Ook deze gingen over in zijn klankgehalte en in zijn stijl. Deze zijn schuld aan het theatrale, gezwollene, geforceerde dat zijn werken ontsiert daar waar hij de moreele en sociale idealen der burgerlijke klassen in beeld brengt, nooit, wanneer hij het zijn persoonlijke ervaring doet. Het is dus een dwaling om aan te nemen, gelijk o.a. A. Meynier doet in zijn onlangs verschenen werk "Jean Jacques Rousseau revolutionaire," dat Rousseau "de macht heeft bezeten om den geest van het fransche volk te veranderen" en dat hij "zijn denk- en gevoelsvormen en zijn stijl heeft opgedrongen aan de revolutie." Zulk een toovenaar was hij niet! Omgekeerd: doordat Rousseau met fijne kunstenaars-intuitie voorvoelde welke ideale gedachte-vormen en voorstellingen de opkomende burgerij zou behoeven om de harten der strijders op te heffen tot de hoogte van hun taak, omdat hij de uitdrukking vond voor de kracht en de zwakheid van hun gevoel, de schoonheid en de troebelheid ervan, daarom werden zijn werken tot het evangelie van den revolutie-tijd. En natuurlijk is het onzinnig om, zooals Meynier doet, aan Rousseau de schuld te geven van de smakelooze gezwollenheid en de hoogdravende taal waaraan de mannen der revolutie zich schuldig maakten. Zij hadden die geestelijke draperie, die opdrijving der expressie, niet boven het gevoel, maar boven de werkelijkheid achter het gevoel, noodig, en had Rousseau hun die niet verschaft, dan zouden zij haar ontnomen hebben aan een andere voorstellingswereld, aan het oude Testament b.v., waaruit Cromwell en de zijnen anderhalve eeuw te voren hun ideologie hadden geput. * * * * * Wij willen nu nagaan welk antwoord, hetzij in beeld of betoog, Rousseau in de werken der groote jaren geeft op de algemeene vraagstukken van het menschelijk leven: de verhouding van den mensch tot god (de natuur, het universum), en de verhoudingen der menschen onderling. Rousseau geloofde sedert de dagen der Charmettes aan een persoonlijk God, een persoonlijke kracht die het heelal in stand houdt en in de menschenziel het bewustzijn van goed en kwaad heeft geplant. Hij verloor dit geloof nooit, ook niet in de jaren dat hij zeer veel verkeerde met de materialisten, al schijnt het eerst op het einde van zijn verblijf in Parijs tot een levende kracht in hem geworden te zijn. Hij heeft later verk
PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  



Top keywords:

Rousseau

 

gevoel

 
werken
 

revolutie

 

kracht

 

Meynier

 

persoonlijke

 

schuld

 

klassen

 

burgerlijke


hadden

 

anderhalve

 

waaruit

 

Cromwell

 

zijnen

 

nagaan

 
antwoord
 

hetzij

 

willen

 

ideologie


hebben

 

expressie

 

werkelijkheid

 

achter

 
noodig
 

opdrijving

 

draperie

 
schuldig
 

maakten

 
geestelijke

verschaft
 
betoog
 

andere

 

voorstellingswereld

 

ontnomen

 

zouden

 

Testament

 
vraagstukken
 
geloof
 

verkeerde


verloor

 
bewustzijn
 
geplant
 

materialisten

 

geworden

 

levende

 
Parijs
 

schijnt

 

verblijf

 

menschenziel