jd der bourgeoisie
tegen de absolutistisch-feudale orde vierden en verheerlijkten. Ook zij
vervallen soms in hol pathos, opgeschroefde gezwollenheid, soms in weee
laffe sentimentaliteit. Hun gevoel was oprecht, evenals dat der
revolutionnairen, hun geestdrift was echt, zij geloofden van ganscher
harte aan de idealen die zij verheerlijkten, maar die idealen waren
innerlijk onwaar en voos. Want de overwinning der burgerlijke klassen
bracht niet vrijheid en gelijkheid, niet vrede en recht, zooals zij
geloofden, maar meer ellende dan de aarde ooit gekend had; riep niet in
den mensch de aandriften van broederlijkheid wakker, maar van hebzucht
en heerschzucht en nijd.
Maar, zal men mij misschien tegenwerpen, Rousseau stierf ruim tien jaar
voor het uitbreken der revolutie; hij schreef de werken waarin zijn
sociale idealen belichaamd zijn vijf en twintig jaar voor de inneming
der Bastille, hij was niet revolutionnair in den zin van aan te sporen
tot strijd en strijd te verheerlijken; hij geloofde zelfs ter nauwernood
aan de mogelijkheid van een grooten omkeer. Dit alles is waar, maar toch
voelde Rousseau hoe er in de maatschappij een groote verandering in
aantocht was[38] en wat meer is, hij voelde, bijna alleen onder zijn
tijdgenooten, hoe niet de schitterende, atheistische, genotzuchtige,
door de korruptie van het ancien regime aangestoken grootbourgeoisie
den stoot tot die verandering kon geven, maar dat enkel de eenvoudige,
onbedorven, zwoegende massa, de gave, levenskrachtige kern der natie,
kleinburgers, arbeiders en boeren, het werk van de vernieuwing der
levens-verhoudingen kon volbrengen. Hij voelde dat zij, om het te
volbrengen, achting voor zichzelven, liefde tot de deugd, zedelijken
moed, ideale gezindheid, gloed van vrijheidsliefde en patriotisme,
bereidwilligheid om te sterven voor hun idealen, noodig hadden. En deze
gevoelens, voorstellingen en gezindheden poogde hij in hen te wekken en
te versterken.
Wat is hieraan verwonderlijks? De kunstenaar is een uiterst gevoelig
instrument waarop natuur en maatschappij spelen: hij voelt de nieuwe
maatschappelijke krachten opkomen, hij slurpt hun innerlijk wezen, hun
wijze van voelen, hun gedachtevormen, hun moreele voorstellingen in met
alle porien van zijn lichaam. En Rousseau was een uiterst gevoelig
kunstenaar, een van de gevoeligste misschien, die ooit heeft geleefd.
Zoodoende zoog hij de schoone krachten, het revolutionnair idealisme en
de huiselijke innigheid der
|