FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  
htelijke apostrophen. Men voelt den gloed wel, maar de vlam brandt achter een muur. Hij wil niet meesleepen, hij wil overtuigen. Vaak verloopt het mathematisch betoog voor ons, die het met andere ooren en oogen en harten lezen dan de 18e-eeuwsche burgers, in grauwe eentoonigheid, de lang-uitgesponnen voorbeelden ontleend aan de oudheid laten ons koud. Maar somtijds treft ons een der korte, hamerende zinnen; een uitspraak, een formule, door haar kernachtige beknoptheid, beklijvend in het brein. Wij voelen de bedwongen siddering van verontwaardiging over het onrecht dat aan de massa's geschiedt, van weerzin tegen de dienstbaarheid. De vlam der vrijheidsliefde stijgt op, vurige tongen sissen, zij lekken aan de grauwe steenen der woorden, zij slingeren zich tusschen hen. Heil u, dapper hart, tyrannen-hater en democraat, steun eener toekomst die zwelt en stijgt, bewustmaker en opvoeder der groote revolutionairen van 1793, wegbereider der revolutie! Men heeft gezegd dat Rousseau den stijl van zijn onderwerp had, dat beteekent voor een kunstenaar, dien van zijn gevoel, en zoo is het. De beide zijden van zijn wezen: gespierde kracht, ruige stoerheid, en teere smeltende weekheid, klinken door zijn werk. De rijkheid van zijn innerlijk leven en het bewustzijn dat hij bezat van de nuanceeringen zijner aandoening, stroomt uit in de rijkheid van zijn taal. Zijn voorgangers, de fransche klassieken, hadden beschikt over het weidsche gebaar en den magistralen woordenval, maar hun taal dat is hun gevoel doet ons aan als abstrakt en onpersoonlijk, voornaam maar koud, zuiver maar arm. Zij bleven aan de oppervlakte van het zieleleven. De geschriften der tijdgenooten van Rousseau muntten uit door lichtheid, gratie, doorschijnendheid, maar zij allen hebben, met uitzondering van Buffon, iets droogs, vervlakts, magers. En ook zij bleven aan de oppervlakte. Rousseau doorploegde de velden der taal veel dieper dan een hunner, omdat hij de velden van het hart dieper doorploegde. Hij gaf een vollen rijken klank aan woorden die mat en laf, dof en schraal hadden geklonken; hij gaf hun een nieuw hart, doordrong hen met nieuwe energie en levenswarmte; hij wekte half-vergeten woorden uit den slaap der eeuwen, woorden waarover men zich had geschaamd en die men had verwaarloosd, zooals men zich voor de dingen had geschaamd en ze had verwaarloosd die zij verklankten: de verteedering, de vervoering, alle zoete en sterke bewegingen van het gemoed. Met Rous
PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  



Top keywords:

woorden

 

Rousseau

 
dieper
 

velden

 

doorploegde

 

bleven

 

oppervlakte

 

rijkheid

 

hadden

 

stijgt


gevoel

 

verwaarloosd

 

geschaamd

 

grauwe

 

nuanceeringen

 

klinken

 
zijner
 

zuiver

 

voorgangers

 

smeltende


tijdgenooten

 

geschriften

 

zieleleven

 

weekheid

 
klassieken
 

aandoening

 

voornaam

 
beschikt
 

weidsche

 
magistralen

woordenval
 
innerlijk
 

bewustzijn

 

onpersoonlijk

 

fransche

 

abstrakt

 

stroomt

 
gebaar
 
vergeten
 

eeuwen


waarover

 
zooals
 
doordrong
 

nieuwe

 

energie

 

levenswarmte

 
dingen
 

bewegingen

 

gemoed

 

sterke