kringen der encyclopedisten
een uitbundige bewondering werd gekoesterd. Geen wonder: Richardson
was de verwezenlijker van hun literair ideaal: getrouwe en volledige
afbeelding van het burgerlijk leven. Rousseau nam deze vorm van
Richardson over, omdat de roman in brieven zich uitmuntend leende tot
het behandelen van ernstige vraagstukken in een omlijsting van fiktie.
Wat de engelsche schrijvers wilden bereiken, nl. moreele aandoeningen
opwekken bij hun lezers, dat wilde ook hij: en deze gelijkheid van doel
voerde ook tot gelijkheid in den vorm. De roman tot aan dien tijd door
de fransche modeschrijvers gehanteerd als een instrument om te vermaken
en te verstrooien,--hetzij door verhalen van lage en platte avonturen
gelijk Lesage deed, of van prikkelend-romantische a la Prevost, of
prikkelend-zinnelijke a la Crebillon, werd in de handen der groote
burgerlijke schrijvers Richardson en Rousseau, een middel tot
bewustmaking en verheffing der opkomende burgerij. Beide stelden in hun
romantische werken in een omlijsting van fiktie aan de burgerij den
inhoud van haar eigen leven en bewustzijn, haar maatschappelijke
inzichten en zedelijke idealen voor oogen en maakten haar op deze wijze
de tegenstelling tusschen haar eigen denken en voelen en dat der
feudaal-absolutistische klassen scherper-bewust.[35]
In den "Emile" schiep Rousseau zijn eigen vorm: een telkens in-elkaar-
overgaan van verbeelding en wijsgeerige beschouwing; het is in alle
opzichten het meest origineele zijner werken.
In de "Lettre a d'Alembert," dat de schakel vormt tusschen de "Nouvelle
Heloise" en den "Emile," wordt het betoog, de kritisch-satirische
beschouwing over het fransche tooneel nu en dan onderbroken door de
idyllisch-getinte beschrijving van het openbare en het huiselijke leven
der boeren en kleinburgers in de zwitsersche demokratie. Er gaat een
adem van lyrische verrukking door deze gedeelten; de geidealiseerde
herinnering stijgt soms tot een schoone, gevoels-doorklonkene
verbeelding van de openbare verhoudingen eener ideale menschheid.
Niets van beeld of lyriek in het "Contrat Social." In de hier behandelde
groep werken van Rousseau staat het afzonderlijk door zijn strengen
vorm, zijn logischen bouw, zijn lakonischen stijl. Opzettelijk heeft
Rousseau elke versterking van het betoog door gevoel of verbeelding
vermeden, met ijzeren hand dringt hij de smeltende teerheid terug,
bedwingt den hartstocht. Geen pathos, geen verrukking; geen
hartstoc
|