d!
Waarom dien naam opgegeven in plaats van Arrius?
Ben-Hur zag den Sheik vragend aan. Nu begreep hij de reden van Ilderims
uitroep. Beiden kwamen tot dezelfde slotsom: dat had Messala gedaan!
* * * * *
ELFDE HOOFDSTUK.
DE WEDDENSCHAPPEN.
Den avond voor de feesten heerschte in Antiochie groote drukte. Een
dichte menschenmassa bewoog zich door de straten, voornamelijk langs de
Kolonnade van Herodes. Men kon zich dan ook moeilijk iets denken, dat
meer geschikt was om wandelaars te lokken, dan die breede overdekte
paden, met hunne sierlijke marmeren bogen. Overal brandde licht, overal
heerschte vroolijkheid: gezang, gelach, gedruisch van stemmen.
Schier alle nationaliteiten waren vertegenwoordigd in hunne verschillende
kleederdrachten, hetgeen niet weinig bijbracht tot verlevendiging van het
tooneel.
Eene bijzonderheid zou onze aandacht zeker getrokken hebben, en wel dat
bijna iedereen de kleur van een der zes menners droeg, hetzij in de vorm
van een sjerp of rozet, of een veer op de muts. Men behoefde niet lang
rond te zien om te bemerken, dat drie kleuren den boventoon voerden:
groen, wit, en rood met goud.
Wij willen ons thans niet buiten ophouden, maar een kijkje nemen in het
paleis op het eiland.
De vijf groote kroonlichten branden. Het gezelschap, dat wij in de zaal
vinden, in nagenoeg hetzelfde als dat, waarmede wij den vorige keer
kennis maakten. Op den divan liggen ook nu slapers en mantels, en op de
tafels rollen weder de dobbelsteenen. Het meerendeel der aanwezigen doet
echter niets. Men wandelt op en neer, men gaapt, men zegt nietsbeteekende
aardigheden. Eigenlijk vervelen zij zich. Hun voornaamste werk is gedaan,
zij hebben hun tafeltjes volgeschreven met weddenschappen op het
hardloopen, het worstelen, het boksen, op alles, behalve op den wedren,
en wel om de eenvoudige reden, dat niemand een enkelen denarie met hen
verwedden wil tegen Messala.
Allen dragen zijne kleuren. Dat hij de nederlaag zou kunnen lijden wordt
niet mogelijk geacht. Hij heeft immers de beste school doorgemaakt!
Zijne paarden hebben den prijs behaald in den Circus Maximus! En,
bovenal, hij is immers een Romein!
Messala zelf zit gemakkelijk in een hoek van den divan, het middelpunt
van een groep bewonderende vrienden. Zij hebben het natuurlijk druk over
den dag van morgen.
Daar komen Drusus en Cecilius binnen. De eerste valt naast Messala op
den divan, met den uitroep: Bij
|