galei het anker en zette onder het gejubel van
vroolijke matrozen koers naar de zee. De teerling was geworpen. Ben-Hur
had zich verbonden aan de zaak van den koning, die te komen stond.
* * * * *
TIENDE HOOFDSTUK.
HET PROGRAMMA.
Daags voor de spelen werden Ilderims paarden en wagens naar de stad
gebracht en dicht bij den circus gestald. Maar daar bleef het niet bij.
De tenten werden afgebroken, paarden en kameelen gezadeld en bepakt, en
toen verliet de gansche karavaan, het vee voor zich uitdrijvende, het
schaduwrijke plekje in het Palmbosch. Werd Ilderim, zooals hij vermoedde,
bespied, wat nood? Weldra zou alles, wat hij aan waarde met zich had
genomen, op weg naar de woestijn zijn, buiten bereik van wien ook.
Noch hij noch Ben-Hur overschatten den invloed van Messala. Zij waren
van oordeel, dat hij eerst na afloop van den wedren tegen hen zou
optreden. Delfde hij het onderspit, en wel door toedoen van Ben-Hur, dan
konden zij zich op het ergste voorbereiden. Waarschijnlijk zou hij dan
niet eens den raad van Gratus afwachten.
Met het oog hierop hadden zij hunne plannen gemaakt, en alles voorbereid
tot een overhaast vertrek.
Welgemoed reden zij naast elkander voort, vol vertrouwen op den dag van
morgen. Onderweg kwamen zij Malluch tegen. De brave man verraadde door
woord noch blik, dat hij de verhouding van den jongen man tot Simonides
kende of van hun verbond kennis droeg. Hij groette als naar gewoonte, en
reikte den Sheik een papier over, zeggende: Hier heb ik het programma
van de spelen. Het is zooeven uitgekomen. Gij zult uwe paarden
aangekondigd zien voor den wedren, ook de volgorde van de
vermakelijkheden.
Terwijl de Sheik het papier inzag, zeide Malluch tot Ben-Hur: Ik wensch
u geluk, zoon van Arrius. Morgen zult ge met Messala in het strijdperk
treden. Aan alle verplichtingen is voldaan. De ondernemer heeft het mij
zelf gezegd.
--Heb dank, Malluch, zeide Ben-Hur.
--Uwe kleur is wit, vervolgde de ander. Die van Messala rood en goud.
Het is reeds overal bekend, want de jongens op straat bieden al lintjes
en strikjes te koop aan. Morgen zal iedere Arabier en iedere Jood met
wit versierd zijn. In den circus zult gij zien dat wit en rood met goud,
gelijkelijk op de galerijen gedragen worden.
--Op de galerijen, ja--maar niet op de tribune tegenover de Porta
Pompae.
--Neen, daar zal rood met goud overheerschend zijn. Maar als wij
winnen,--Malluch lachte s
|