FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245  
246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   >>   >|  
an wel zoo valsch zijn als de rest," zeide ik, het hem teruggevende. "Ho! ho! men kent aan onze kantoren zoowel als aan de landssecretarie de naamteekening van den Graaf van Talavera.--Doch hier zijn nog meer stukken, alle van bekende en nog levende personen: als hier is de attestatie van Schipper Slingertouw, met wien ik als halfwassen brasem drie reizen naar de Oost heb gedaan, van Schipper Blauwketting, bij wien ik twee jaren stuurmansleerling geweest ben, van Kapitein Wijdwimpel, daar ik onderstuurman bij was, van Kapitein Pulver, waar...." "Diens handteekening zouden wij terstond kunnen doen erkennen," zeide ik: "want de man bevindt zich in de eetzaal." "De duiker, doet hij," riep Sander, zijn papieren snel verbergende: "ik zou, wel is waar, den ouden pekbroek nog gaarne eens terugzien; maar och! door kennis krijgt men kennis en men mocht op zulk een wijze dingen van mij te weten komen, welke ik liever achterbaks houde." "Mag ik u eens vragen," hernam ik, "of er onder die certificaten geen is van zekeren Don Manoel, onder wien gij waarschijnlijk ook gediend hebt?" Sander zag mij een wijl aan met doordringenden blik: "UEd. vraagt mij naar den bekenden weg," zeide hij vervolgens, "en weet zoogoed als ik, dat de man er ook bij is, al luidt zijn naam wat deftiger.--Maar dit daargelaten, UEd. kan uit dit alles besluiten, dat ik onder mijn eigen vlag niet durf varen en dus wel valsche kleuren dien te wijzen. Hoe wil ik nu mijn weg beteren, daar ik, 't ga, hoe 't ga, gedwongen ben de lieden of te bedriegen, of te bestelen?" "Mijn vader," zeide ik, "is een rechtschapen man: zoo gij u bij hem begaaft, hem rondborstig uw levensloop verhaaldet, en hem ware begeerte toondet om uw doolpad te verlaten, zou hij waarschijnlijk in staat zijn, u kwijtschelding voor uwe begane misdrijven te bezorgen en een beter vooruitzicht voor de toekomst te openen." "Al is," zeide Sander, "het schip nog zoo lek en de branding nog zoo fel, zoo zal de matroos, om zijn leven te redden, niet overboord springen, wanneer hij haaien voor den boeg ziet. Ik dank u, Mijnheer Huyck! maar ik heb mijn nek te lief om uw voorslag aan te nemen. Mijn oogmerk is naar Rusland of Noorwegen te gaan en te zien, of men mij daar gebruiken kan: want dat loeren achter de struiken, en dat openveteren van nachtsloten is geen werk voor iemand, die een korvet gecommandeerd heeft." "De hemel geleide u," zeide ik: "maar hebt gij mij nu nog verder iets te zeggen
PREV.   NEXT  
|<   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245  
246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   >>   >|  



Top keywords:

Sander

 

waarschijnlijk

 

Kapitein

 

kennis

 
Schipper
 

achter

 

loeren

 

openveteren

 
nachtsloten
 

beteren


struiken
 
bestelen
 

Noorwegen

 

bedriegen

 

lieden

 

gedwongen

 

gebruiken

 

korvet

 

verder

 

geleide


besluiten
 

daargelaten

 

zeggen

 

wijzen

 

gecommandeerd

 

Rusland

 
kleuren
 
valsche
 

iemand

 
begaaft

toekomst

 

openen

 
vooruitzicht
 

bezorgen

 

redden

 
wanneer
 
overboord
 

matroos

 

haaien

 

branding


misdrijven

 

begane

 

verhaaldet

 
begeerte
 

voorslag

 
levensloop
 

springen

 

oogmerk

 

rondborstig

 
toondet