FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  
j geen kwaad hart toedraagt, door mij eens te komen bezoeken.--Gij zult mij altijd welkom wezen, en het zal mijn zoon ongetwijfeld aangenaam zijn, nadere kennis met u te maken. Sta mij toe, u aan elkanderen voor te stellen. Lodewijk was niet in zijn schik," vervolgde hij, zich tot Henriette wendende, "dat gij, zoo zonder hem daar iets van te zeggen, herwaarts getrokken waart. Gij weet, dat in uwe afwezigheid Gildenhof weinig bekoorlijks voor hem oplevert." "Dat wist ik niet, Oom!" zeide Henriette: "en zoo ik hem niet gezegd heb, dat ik hierheen ging, het is, omdat hij zich in de laatste twee dagen niet te huis heeft laten zien." Ondertusschen was Lodewijk op den wenk zijns vaders ons genaderd, echter niet met die haast, welke de Heer Blaek wilde doen gelooven, dat hem naar zijn nicht dreef. "Komaan Lodewijk!" zeide zijn vader: "ik weet, gij zult verlangen om Jetje wat te beknorren; maar eerst moet ik u aan den Heer Huyck voorstellen, en u gelegenheid geven, om, evenals ik reeds deed, hem voor onze misvatting en onbeleefdheid verschooning te vragen." Lodewijk en ik groetten elkanderen met die uiterlijke beleefdheid, welke de samenleving voorschrijft ook aan hen, die elkanderen niet lijden mogen. "Wij hebben de kennis reeds hernieuwd," zeide ik. Lodewijk zag mij schuins aan, en vervolgens, zich tot de dames wendende, begon hij, waarschijnlijk om mij te vermijden, een druk gesprek met Henriette, zoodat zijns vaders gelaat van tevredenheid blonk, en deze nauwelijks de buigingen opmerkte, waarmede Kapitein Pulver hem begroette. Niet lang daarna kwam de boodschap, dat het middagmaal was opgedischt, en begaven wij ons naar de eetzaal. Tante plaatste zich tusschen de beide oude Heeren: naast Van Baalen kwam Kapitein Pulver te zitten, vervolgens mijn onwaardig ik, dan Henriette, en Lodewijk werd tusschen haar en Suzanna geschikt. Ik maakte, gelijk men denken kan, van de gelegenheid gebruik, om aan mijn buurjuffer alle mogelijke kleine oplettendheden te bewijzen, zonder juist op te merken, of liever zonder er mij aan te storen, dat haar oom dit vrij zuur aanzag, en zich waarschijnlijk reeds beklaagde, dat hij mij den toegang tot zijn huis had opengezet. De afgetrokkenheid van den Heer Blaek ontsnapte echter niet aan Suzanna, noch zelfs aan Tante, die hem er over begon te plagen. "Ach Mevrouw!" fluisterde hij eindelijk, glimlachende: "er was een tijd, waarin ik niet afgetrokken was in uw bijzijn, en het zoude van
PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  



Top keywords:

Lodewijk

 

Henriette

 

zonder

 

elkanderen

 
vervolgens
 

waarschijnlijk

 

tusschen

 

Suzanna

 
wendende
 

kennis


Kapitein
 
vaders
 

Pulver

 

echter

 

gelegenheid

 

Heeren

 

vermijden

 

Baalen

 

zitten

 

begaven


tevredenheid
 

daarna

 

nauwelijks

 

waarmede

 

opmerkte

 

buigingen

 
gelaat
 
boodschap
 

eetzaal

 
gesprek

plaatste

 

begroette

 
middagmaal
 

opgedischt

 

zoodat

 
ontsnapte
 
afgetrokkenheid
 

opengezet

 

aanzag

 

beklaagde


toegang

 

plagen

 

afgetrokken

 
bijzijn
 

waarin

 
Mevrouw
 

fluisterde

 

eindelijk

 

glimlachende

 
denken