ijwiel 't erf zag opgereden
komen.--"Och Hiere God!" riep zij, op haar trillende beenen overeind
vliegend. Zij kwam hem op den drempel te gemoet gerend: "'n depeche?...
veur mij?"... en ontving met een kalm: "joa 't bezinne" van het
jongetje dat van zijn rijwiel wipte, de groene toegezegelde enveloppe
van het telegram. Met bevende vingers scheurde ze die open en las, de
oogen schemerend:
"Ik kom van avond terug.
ALFONS."
XXX.
Hij kwam terug! Nog enkele uren maar en hij zou weer bij haar zijn!
Haar eerste gevoel was er een van onberedeneerde, onstuimige vreugd. Zij
had hem sinds zoo lang niet meer gezien, zij had zoo zeer naar hem
verlangd! Nu eerst, nu hij zoo onverwacht bijna weer thuis was, voelde
ze plotseling hoezeer zij hem elk oogenblik gemist had, hoe vurig zij
naar hem verlangd had. Nu ... o nu hielp geen redeneering meer, hij kwam
terug en dat geluk overtrof en vergoedde alles; nu zou ze niet geduld
hebben dat hij nog maar een dag, nog maar een uurtje langer weg bleef.
Zij liep werktuigelijk tot aan het hek langs waar het jongetje verdwenen
was, alsof zij hem reeds in de verte kon zien komen; zij kwam terug in
huis gerend en riep naar 't Geluw Meuleken die in het achterhuis aan 't
boenen was; zij was als gek van vreugd en holde weer naar buiten in de
schuur waar Vaprijsken dorschte; en hardop riep ze 't overal in haar
uitgelaten blijdschap: "Meuleken! Vaprijsken! Alfons komt van den oavend
weere thuis!" Zij tilde haar zoontje in haar armen en zoende 't kleinste
in zijn wieg en juichte, zalig met emotie-tranen in haar oogen:
"Hilairken! Marietjen! voader komt van den oavond weere thuis!"
Eerst na die onbedwingbaar-spontane uitbarsting van blijdschap kwam zij
langzaam tot bedenken en bedaren; en van lieverlede sloeg haar
onbezonnen vreugd in doffe, kommervolle drukking neer.--Wat mocht er wel
gebeurd zijn, wat mocht hem wel schelen, dat hij zoo plotseling alles in
den steek liet om als 't ware weg te vluchten? Was zijn toestand dan
eensklaps zooveel erger geworden? Had men hem iets misdaan? En waarom
was zelfs het sterk aandringen van de barones, die nu zeker o zoo boos
op hem en wellicht ook op haar zou zijn, niet bij machte geweest hem nog
langer daar te houden?--Zooveel onoplosbare, kwellende vragen, die eerst
opheldering zouden krijgen als hij 's avonds weer thuis zou zijn.
Zij liet Smul van den akker halen waar hij bezig was met mest te
vervoeren en zond hem bij hun buurman Lauwe vra
|