FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73  
74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   >>   >|  
orde hij de merrie jaloersch hinniken. Het veulentje hinnikte tegen, werd ongeduldig, draaide zijn staart naar 't raam, wilde bij de moeder terug. En zoo bewonderde hij het beestje ook van achter: zijn zacht-golvenden rug, zijn rondend kruis, zijn kort-gekrulden staart, zijn krachtige achterbeenen, reeds sterk genoeg om iemand een geduchten slag te geven. Het huppelde met gekke sprongen eindelijk weg en uitgeput zakte hij weer in zijn kussens neer en 't hoofd zonk op de borst en zwaar vielen de oogen toe. Toen vroeg hij fluisterend naar zijn kinderen en stil bracht Rozeke ze bij zijn sponde en zei aan 't oudste jongetje dat zij heel rustig moesten blijven.... Eens vroeg hij haar, gansch onverwacht, maar kalm en stil, zonder schijnbare emotie, wat ze doen zou als hij eenmaal dood was. "O moar, ge 'n zil gij nie stirven! ge zilt gij genezen!" schreide Rozeke, in plotselingen opstand tegen een noodlot dat ze toch onverbiddelijk wist. Maar met een zwakken pijn-glimlach schudde hij weekjes het hoofd en vroeg haar nog eens wat ze doen zou als hij dood was. Zij kon niet antwoorden; zij snikte wanhopig. "Beloof mij ien dijngen," fluisterde hij; "beloof mij da ge mee Smul nie 'n zilt hirtreiwen." "O!" riep zij verontwaardigd, met een soort van walging. "Beloof het mij, beloof het mij," drong hij met inspanning aan. "Da beloof ik ou zeker! da zweir ik ou!" riep ze plechtig.--"Hoe komt-e toch aan zulk 'ngedachten?" Hij bleef een poos stilzwijgend, roerloos en met dichte oogen, als dood. "Hij 'n zoe nie goed zijn veur ou ... en veur de kinders," zuchtte hij eindelijk. Zijn wenkbrauwen fronsten zich als onder een pijnsteek samen en twee stille, heldere tranen rolden langs twee groeven van zijn holle, gele wangen, in zijn zwarten baard.... Heel zacht kwam eindelijk het laatste.... Op een namiddag had hij nog pas even zijn kinderen bij zich gehad: Hilairken, die met kromme beenen door de kamer waggelde en reeds "oader, oader" brabbelen kon; en ook het kleintje, dat met een "suiker-tjoeseken" in den blaasjesmond op Rozeke's arm zat. Hij had gevraagd hoe laat het was en waarom Smul nog niet met 't veuleken bij 't raam gekomen was; en Rozeke, even verwonderd, had hem geantwoord dat het zes ure was en dat Smul, als naar gewoonte, immers tusschen twaalf en een gekomen was; en daarop had hij zachtjes geglimlacht en geknikt dat hij 't zich nu herinnerde; en rustig was hij weer met dichte oogen op zijn rug gaan ligge
PREV.   NEXT  
|<   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73  
74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   >>   >|  



Top keywords:
Rozeke
 

beloof

 

eindelijk

 
rustig
 
kinderen
 
dichte
 

gekomen

 

Beloof

 

staart

 

rolden


pijnsteek
 
tranen
 

heldere

 

stille

 

laatste

 

zwarten

 

wangen

 

groeven

 

wenkbrauwen

 

ngedachten


plechtig
 

kinders

 

zuchtte

 
fronsten
 

hinnikte

 
stilzwijgend
 
roerloos
 

veulentje

 

namiddag

 

geantwoord


verwonderd

 

waarom

 
veuleken
 
gewoonte
 

immers

 
herinnerde
 

geknikt

 

geglimlacht

 

tusschen

 

twaalf


daarop

 

zachtjes

 
gevraagd
 

kromme

 
beenen
 
Hilairken
 

ongeduldig

 

hinniken

 
jaloersch
 

waggelde