FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  
geruisch van rokken en voor haar stond de donkere gestalte van het stille nonnetje, die haar fluisterend met zich mede wenkte. Over den zwaren looper van de breede trap gingen zij naar boven. Hooge ramen van blauw, geel en purper gekleurd glas hulden vestibule en trapportaal als in een atmosfeer van kerk; en door een lange, donkere gang kwamen zij aan een witte deur, die 't nonnetje zachtjes voor haar openduwde. Bevend en snikkend trad Rozeke binnen. En door haar tranen heen zag zij eerst niets dan een witachtigen nevel, waaruit bedwelmende aromas van de fijnste bloemen schenen op te wasemen. 't Was of zij in een donkere bloemen-serre kwam, waarin alleen twee witte kaarsjes op een witte tafel brandden; en eerst toen ze voor 't bed stond zag zij haar geliefde jonkvrouw liggen, o zoo schoon, zoo heilig teer en schoon, het fijne, wasgeel hoofd een ietsje scheefgezakt op 't blanke kussen, de oogen toe, het prachtig haar in twee zware, donkere vlechten op haar schouders golvend en de fijne gele handen als biddend op de strakke borst gevouwen.--O, zij scheen zoo heilig-kalm te rusten en te bidden; en om haar heen, op 't blanke bed, was het een schat van pure, blanke bloemen, die als de geurende essentie van haar allerlaatst gebed in onzichtbaren wierook rondom haar ten hemel stegen. Rozeke was met gevouwen handen voor het doodsbed op haar knieen gezonken en een poos was er geen ander geluid in de stille, donkere dooden-kamer dan het geknetter van de waskaarsen en het snikken van 't geknakte boerenvrouwtje in lijdende aanbidding voor haar doode meesteres. Toen stak het nonnetje met stil gebaar een vochtig palmtakje naar haar uit en Rozeke nam het in de hand en besproeide even, in vrome teederheid, de lijkwade der doode. Een laatste maal staarde zij, door haar tranen heen, naar de zoo geliefde trekken en toen vertrok ze, waggelend, als in duizeling, door de donkere gang tot aan de schemerige trap door 't stille nonnetje begeleid. * * * * * XLVI. In dat zelfde kerkje, waar Rozeke eenmaal, met tranen van zalige ontroering, haar schitterende huwelijksplechtigheid zag, woonde zij nu haar plechtige begrafenis bij.--Daar lag ze, als van marmer, onbewegelijk in haar kist, wit als het doodskleed dat haar bedekte, de oogen toe en de handen gevouwen, met haar schoone donkere haren in twee zware vlechten op haar schouders. Daar lag ze, op de zelfde plaats, waar zij, jaren geleden, in maag
PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  



Top keywords:
donkere
 

Rozeke

 

nonnetje

 

gevouwen

 

tranen

 

bloemen

 

stille

 

blanke

 

handen

 
heilig

vlechten

 

schouders

 

geliefde

 

schoon

 

zelfde

 

snikken

 

doodskleed

 
bedekte
 
schoone
 
geknakte

waskaarsen

 

onbewegelijk

 

marmer

 

meesteres

 

plaats

 

lijdende

 

aanbidding

 

boerenvrouwtje

 
geknetter
 

doodsbed


knieen
 
stegen
 

wierook

 
rondom
 
gezonken
 
dooden
 

geluid

 

geleden

 
onzichtbaren
 
ontroering

zalige
 

trekken

 

schitterende

 
laatste
 
staarde
 

eenmaal

 

vertrok

 

kerkje

 

begeleid

 

schemerige