"
Kamiel kleedde zich aan en ging. Hij kende de herbergen waar Smul 's
zondags gewend was te komen en hij bezocht ze, de eene na de andere.
Jawel, men had hem bijna overal gezien, maar dat was al meer dan twee
dagen geleden en sinds had men niets van hem gehoord.--In "d' Ope van
Vrede" was hij schreeuwend en vloekend binnengekomen, met gescheurde
kleeren en bebloed gezicht, afschuwelijke dreigementen tegen onbekende
vijanden uitrazend; maar de gewone klanten van die degelijke herberg,
meest allen fatsoenlijke burgers, die hij in hun dagelijksch, rustig
kaartpartijtje stoorde, hadden zich zoo aan zijn opruierig lawaai
geergerd, dat Sietje, 't herbergmeisje, beslist geweigerd had hem drank
te geven, waarop hij met de schandelijkste scheldwoorden en vloeken weer
vertrokken was. Na "d' Ope van Vrede" had hij de "Casino" bezocht; na de
"Casino" het "Huis van Commercie" en na het "Huis van Commercie" 't
"Klein Congres", waar hij eensklaps op zijn vroegeren baas, boer
Kneuvels, was gebotst. Op dat oogenblik was Smul reeds hevig dronken;
boer Kneuvels was het ook, zooals gewoonlijk wanneer hij in het dorp
kwam, en dadelijk hadden zij, over een beuzelarij, ruzie gekregen en
willen vechten.--De baas uit 't "Klein Congres" had hen beiden met
geweld op straat gegooid en zijn herberg achter hun rug gesloten.
Het was toen ongeveer half elf. Smul had Kneuvels eerst een tijd
verloren en hem daarna heel onverwacht in een andere herberg weer
teruggevonden, waar de ruzie herbegonnen was; maar ook daar kwam de baas
onmiddellijk tusschen beide en verzocht hen elders te gaan kijven.--Weer
was Smul boer Kneuvels kwijt geraakt, die intusschen naar zijn hoeve was
teruggekeerd; en daar alle fatsoenlijke dorpsherbergen op dat oogenblik
gesloten waren, was hij terecht gekomen in het Peperhol, de
slechtbefaamde achterwijk waar wildstroopers en dieven woonden en waar
de kroegjes tot laat in den nacht open bleven.--In de "Jonge Vlooi" had
hij een bende boeven en straatmeiden met wijn getrakteerd. Van uit de
"Jonge Vlooi" was de geheele troep met hem meegegaan naar het
"Luizegevecht", waar zij nogmaals wijn gedronken en gedroogde worst
gegeten hadden. Daar van daan waren zij in de "Gesieperde Kavanse"
terecht gekomen....
En daar ook moest Kamiel zijn opsporingen staken. De "Gesieperde
Kavanse" was het laatste kroegje van 't beruchte Peperhol. Daar achter
lag het open veld en verder het kanaal. Tot half drie in den nacht was
Smul er gebleven. H
|