FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   >>  
end als stond zij bij een waterval. De dokter vroeg haar iets, maar zij verstond hem niet. Met strak-stuggen blik van niet-begrijpen staarde zij hem aan.--Ongeduldig wendde hij zich tot Meleken, vroeg om een tweede lamp in 't kamertje. * * * * * XLIII. Drie weken lang lag Smul tusschen leven en dood. Zijn beide beenen waren gebroken en hij had ernstige, inwendige kneuzingen. Toen begon hij langzamerhand te herstellen. Hij mocht weldra gewoon eten en drinken en voor het einde van de tweede maand kwam hij op en zat bij den haard, in denzelfden leunstoel waar Alfons destijds zooveel droeve maanden had gesleten. Eerst toen hij weer begon te loopen werd het duidelijk hoe zwaar gehavend hij was geweest. Zijn linkerbeen, niet bijzonder handig door den dorpsdokter weer in elkaar gezet, stond krom-vergroeid gelijk een boog, en was wel drie vingers korter dan het andere. Hij hinkte. Somber zat hij in den donkeren schoorsteenhoek bij 't vuur en sprak gansche dagen lang slechts de aller-noodigste woorden. Feitelijk sprak hij alleen om te bevelen. Hij zei barsch den knecht zijn dagelijksch werk; bestelde kort en ruw aan Rozeke en Meleken wat hij eten wou of drinken. Hij at en dronk veel; en wanneer hij niet at of dronk, zat hij zwijgend te pruimen of te rooken. Van 't ongeluk, van wat hij dien middag gedaan had, van waar hij geweest was, geen woord. Rozeke wist enkel, door menschen uit het dorp, dat hij woest, als een gek, door de straten had gereden, dat hij in vele herbergen geweest was, dat hij herhaaldelijk zijn paard geslagen en mishandeld had. Het kon haar ook niet schelen. Hij bestond niet meer voor haar. Zij leefde buiten hem om, voor haar kinderen en zijn gebrekkig lichaam maakte haar nu sterker tegenover hem. Hij zou haar, ook al durfde hij nog, niet zoo gemakkelijk meer kunnen mishandelen als vroeger. Zij kon voor hem vluchten; hem ontsnappen. Dat was haar als een zachte wraak in al haar ongeluk; en telkens als hij Weer opbruischte en op haar schold en vloekte, keek zij hem met stil misprijzen aan en dacht: "Raas maar, vloek maar, slaan kunt ge mij niet meer; ik ben de vlugste en daardoor de sterkste nu. Zij had maar een vrees: dat hij nog verder zou genezen en weer in vlugheid van beweging haar de baas worden. Doch daar was weinig kans op. Alleen als vrouw, des nachts, kon zij hem niet ontsnappen; zij moest wel bij hem blijven dan en dat was haar een onuitsprekelijk
PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   >>  



Top keywords:
geweest
 

drinken

 

ontsnappen

 

ongeluk

 

Rozeke

 

Meleken

 

tweede

 

leefde

 

buiten

 
kinderen

bestond

 

verstond

 

schelen

 

gebrekkig

 

maakte

 

waterval

 

durfde

 
gemakkelijk
 
tegenover
 
dokter

sterker

 

lichaam

 

mishandeld

 

menschen

 

stuggen

 

middag

 

gedaan

 

herhaaldelijk

 
geslagen
 

kunnen


herbergen
 
straten
 

gereden

 
vroeger
 
genezen
 
vlugheid
 

beweging

 

verder

 
vlugste
 
daardoor

sterkste
 

worden

 

nachts

 
blijven
 
onuitsprekelijk
 

weinig

 

Alleen

 

telkens

 

opbruischte

 

schold