FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  
jk glippen en maakte daarbij, kopje neer en staartje omhoog, hinnekend een dollen krommen sprong, als een grappige kwajongen die gaat tuimelparten spelen. De oude merrie hinnikte eventjes, als een bezorgde goede moeder, en lachend verliet Rozeke den paardenstal en kwam door een tweede deur in de schuur. Daar was het stil en schemerig in 't hooge ruim onder de ribbehouten en de pannen die fijne streepjes licht doorlieten, stil als onder de hooge, stille bogen en gewelven van een kerk. Het rook er zoeterig naar verschgedorscht graan, naar hooi en stroo en droge klaver; en groote hoopen bundels en schoven lagen te allen kant op elkaar gestapeld, als een dicht ineengepakte rijkdom van alles wat den ganschen zomer zoo welig in blonde en gouden heerlijkheid op 't vruchtbaar veld gegroeid en gebloeid had. Al de geuren van de lieve landelijke kruidjes en de wilde bloempjes hadden er iets van hun aroma nagelaten; en Rozeke voelde er, in onbewust genieten, de zoet-streelende bedwelming van, toen zij plotseling, door een vreemden terugsprong der gedachte, zich weer in verbeelding midden in 't vertrapte koren zag, naast den wagen met de weggeholde paarden, heesch-gillend en worstelend tegen Smul, die haar wilde overweldigen. Zij zag en zij voelde 't als 't ware nog gebeuren; zij stond, als op een werkelijkheid, op de akelige herinnering harer verbeelding te staren, zij werd er haast benauwd en bang onder en schreed zuchtend met gebogen hoofd weer naar de tusschendeur om weg te gaan, toen eensklaps op den drempel van die deur een donkere gestalte voor haar oprees. "Och Hier, och God!" schrikte zij wild terug. 't Was Smul!--Hij stond daar, roerloos, stomverbaasd haar op die plaats te vinden, aarzelend om verder naar haar toe te komen of te spreken, alsof hij in het schemerig halfduister nog twijfelde wie hij wel voor zich had. Eerst na een poos herkende hij haar duidelijk, trad op haar af, vroeg haar, kortaf, met schorre stem: "Wat komt-e gij hier doen?" "Ik ... ik ... ik kwam e-kier kijken," stotterde zij. Het nevelde voor haar oogen, het suisde in haar ooren, zij wist niet wat ze zei of deed; ze schreed werktuigelijk als in een droom, naar hem toe zonder hem te zien, zonder hem te hooren, zoekend, als een gevangene, als een blinde naar de deur, om weg te komen.--Zij strekte hare handen uit, struikelde en viel tegen hem aan; en plotseling voelde zij zich als 't ware platgedrukt tusschen twee machtigknellende armen, terwijl
PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  



Top keywords:
voelde
 

schemerig

 

Rozeke

 

verbeelding

 

zonder

 

plotseling

 

schreed

 

plaats

 

stomverbaasd

 
roerloos

schrikte

 

tusschendeur

 

staren

 

benauwd

 

herinnering

 

gebeuren

 

werkelijkheid

 
akelige
 
zuchtend
 
drempel

donkere

 

gestalte

 

oprees

 

eensklaps

 

gebogen

 

vinden

 

herkende

 

hooren

 
zoekend
 

gevangene


werktuigelijk
 
suisde
 

blinde

 
strekte
 
tusschen
 
machtigknellende
 

terwijl

 

platgedrukt

 
handen
 
struikelde

nevelde
 

duidelijk

 

spreken

 
verder
 
halfduister
 

twijfelde

 

kijken

 

stotterde

 

schorre

 

kortaf