FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   >>   >|  
r en drukte het aan hare lippen en op haar hart, terwijl zij hijgend uitriep: "Het is waar, het is waar, ik kan niet meer twijfelen! Hoe looft mijne ziel, o, God! Aan mij dit pand, aan mij voor altijd!" En Witta opnieuw in hare armen sluitende, begon zij te juichen van het geluk dat hen allen wachtte, van de eeuwige vriendschap, van de onverstoorbare liefde waarin zij te zamen zouden leven als in eenen immer wolkenloozen hemel. Robrechts zuster en hij zelf voegden nu en dan een woord bij hare verblindend schoone schildering der toekomst, maar zij liet hun niet veel zeggen en kon geen oogenblik zwijgen, zoo zeer gevoelde zij den dringenden nood tot uitstorting haars harten. Robrecht stond op en zeide: "Dakerlia, de zorg voor ons geluk dwingt mij u te verlaten. De dag zal niet lang meer duren. Mijn oom moet weten wat er is geschied; uit mijnen mond slechts mag hij vernemen aan wie ik nu mijne beloftegift heb aangeboden. Vrees niet meer. Uw vader zal mijn besluit toejuichen. Ik zal komen om mijnen plicht jegens hem te vervullen. Geene menschelijke macht kan ons nog van elkander scheiden. Blijf met mijne goede zuster.--Later zullen wij met meer bedaardheid doch met evenveel blijdschap ons toekomend leven overwegen." Hij drukte Dakerlia teederlijk de handen en terwijl de verrukte maagd met tranende oogen zijnen naam liefdevol herhaalde, ging hij ter zaal uit. Hij stapte met haast door de Hoogstraat en richtte zich naar den Burg. Hier vond hij zijne ooms Bertulf, den proost van St-Donaas, en Hacket, den kastelein van Brugge, te zamen in eene kamer der proostdij. Zij schenen tevreden en welgemoed. "Ah, goeden dag, mijne lieve neef", riep Bertulf. "U zijn wij dankbaarheid verschuldigd. Uwe opoffering heeft hare vruchten reeds gedragen. Ik heb tijdingen van Yperen. Mher Van Woumen heeft ons bij den graaf verdedigd en velen onzer vijanden tot zwijgen gebracht. Uw huwelijk met de dochter van dien machtigen ridder is een onschatbaar geluk voor ons en voor geheel Kerlingaland!" "Mijn huwelijk? Mijn huwelijk is verbroken, heer proost", stamelde Robrecht, die wel voorzag welken pijnlijken indruk deze tijding zou doen. "Verbroken? Uw huwelijk met jonkver Placida verbroken?" kreten zijne beide ooms. "Ja, onherroepelijk verbroken; jonkver Van Woumen zelve dwong mij tot het terugnemen mijner beloftegift." "Dan heeft het u aan moed of aan goeden wil gefaald", viel Bertulf beschuldigend uit. "Ik heb het gevreesd!
PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   >>   >|  



Top keywords:

huwelijk

 

Bertulf

 

verbroken

 

proost

 

Dakerlia

 

zuster

 
goeden
 

zwijgen

 

mijnen

 

beloftegift


Woumen

 

Robrecht

 
jonkver
 

terwijl

 

drukte

 

gefaald

 

proostdij

 
mijner
 
terugnemen
 

Donaas


Hacket

 
kastelein
 

Brugge

 
beschuldigend
 
tranende
 

zijnen

 

verrukte

 

handen

 
toekomend
 

overwegen


gevreesd

 

teederlijk

 

liefdevol

 

Hoogstraat

 

richtte

 

schenen

 

stapte

 

herhaalde

 

tevreden

 
indruk

vijanden

 
gebracht
 

tijding

 

blijdschap

 
verdedigd
 

pijnlijken

 

welken

 

geheel

 
Kerlingaland
 

stamelde