FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  
itgestrekte handen Robrecht te gemoet te loopen; maar een hevig schaamrood klom op haar voorhoofd en zij bleef, met neergeslagen blik, te midden der kamer staan. Dezelfde ontsteltenis had den jongeling getroffen; maar hij, het eerst de bewegingen van zijn hart bedwingende, ging tot haar, nam haar de hand en sprak op schier plechtigen toon: "Dakerlia, mijne zuster heeft u gezegd, niet waar, dat ik verlost ben van den dwang die mij ongelukkig maakte. De wreede beproeving, welke wij moesten onderstaan, heeft ons toegelaten in elkanders hart te lezen. Na zulke bekentenis hoef ik u niet te vragen, Dakerlia, of uwe ziel dezelfde wenschen voedt als de mijne. Ik kan niet meer leven zonder u te zien, zonder uwe stem te hooren, zonder mijn heil uit uwen zoeten blik te putten. Vrienden als te voren kunnen wij niet meer zijn. Wij moeten iets anders voor elkander worden. Stemt gij toe?" Dakerlia wilde antwoorden; maar de spraak verstikte in hare keel en zij begon overvloedig te weenen. Deze onverwachte vraag had haar zoodanig ontsteld, dat zij wankelend tot haren zetel liep en met de handen voor de oogen er zich op liet nedervallen. Maar de stilte die haar omringde riep haar tot bewustzijn terug. "Ach, Robrecht, Witta, vergeeft het mij!" kreet zij. "Er is een geluk zoo eindeloos groot dat het ons verplettert. Komt, komt hier bij mij, geeft mij de hand ... Laat mij ademhalen. Waarom stort de genadige God ... dus in eens over mij ... al de zaligheden van een gansch leven uit?... Zoo, zit zoo nevens mij!" "Bedaar toch, lieve Dakerlia", murmelde mher Sneloghe. "Ach, hoe duister mijne hersens! Alles draait in mijn hoofd. Gij hebt mij iets gevraagd, Robrecht. Zou ik wel begrepen hebben? Is het eene begoocheling mijner zinnen?" "Wilt gij mijne bruid worden?" vroeg de jonge ridder. "Ik uwe bruid? Onmogelijk! Het is een droom!" "Ja, ja, Dakerlia, het is de zoete droom onzer harten die zich verwezenlijken gaat." "Het zou waar zijn? Ik, Dakerlia, ik zou uwe echtgenoote worden? Ik zou met u leven, u nimmer verlaten, uwe vreugde, uwe smarten deelen, nevens uwe zijde staan tot aan het graf? Ach, ik kan aan zooveel geluk niet gelooven!" Robrecht nam de juweeldoos uit zijne tasch, opende ze en reikte de jonkvrouw het kostbare halssnoer. "Dakerlia", zeide hij, "gij weet tot welk einde mijne moeder op haar sterfbed mij dit juweel heeft geschonken. Aanvaard het uit mijne hand." De dwalende maagd greep het glinsterende snoe
PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  



Top keywords:

Dakerlia

 

Robrecht

 

zonder

 

worden

 

handen

 

nevens

 
draait
 

hersens

 

duister

 

gevraagd


begrepen

 

hebben

 
ademhalen
 

Waarom

 

genadige

 

verplettert

 

murmelde

 
Sneloghe
 
Bedaar
 

zaligheden


gansch

 
verwezenlijken
 

kostbare

 
jonkvrouw
 
halssnoer
 

reikte

 

juweeldoos

 

opende

 
dwalende
 

glinsterende


Aanvaard

 

geschonken

 

moeder

 

sterfbed

 

juweel

 

gelooven

 

zooveel

 

Onmogelijk

 

ridder

 
begoocheling

mijner

 
zinnen
 

harten

 

smarten

 
deelen
 

vreugde

 

verlaten

 

eindeloos

 
echtgenoote
 

nimmer