FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  
beschermers, van den hertog, de hertogin, Mme de Boufflers, de Malesherbes zelf, die, kennend zijn overgroote nerveusheid, de angsttoestanden en waanvoorstellingen waaraan hij toen reeds leed, hun "lieve vriend" lieten trekken, al de ellende en zenuwsloopende onzekerheid van het leven in de verbanning op hem laadden, voor een daad waaraan hij onschuldig was, waaraan zij schuldig waren? Zijn beschermers waagden, zoo 't tot een proces kwam, meer dan hij: zij waagden hopeloos gekompromiteerd te worden, hun hooge betrekkingen, hun positie aan 't hof te verliezen. Wat valt er van hun houding te zeggen? Dit eene--en naar mijn weten heeft geen der nieuwere biografen van Rousseau het duidelijk en klaar gezegd--dat zij is geweest van een verregaande lafheid, die men, gelijk de meeste menschelijke daden, uit de omstandigheden _verklaren_ en in zekere mate _verontschuldigen_ kan, maar die de waarheid verbiedt te _verbloemen_. Zijn omgang met de grooten had hem niet tot zegen gereikt! Wereldsche menschen hadden hem gevleid, aangehaald en verwend op alle manieren; hem ijdel, lastig en veeleischend helpen maken; toen zijn veeleischendheid hen ging vervelen, hadden zij hem hard en wreed behandeld, hem weggestooten, zooals men het geen vriend mag doen. Hij was toch maar een stuk speelgoed geweest voor hun ledige uren. Toen waren andere menschen gekomen, en op hun beurt zijn hart binnengedrongen; zoo fijn en zoo bekoorlijk waren hun zeden, zoo overmachtig van allesverwinnende hoffelijkheid, dat hij niet kon weerstaan; hij had nog eens vertrouwd, zich nog eens gegeven, al te zeer misschien; hij erkende het zelf, hij kon geen maat houden in de vriendschap. Weer was hij aangehaald en gevleid en geadoreerd geworden. En toen de slag kwam, geheel buiten zijn schuld, hun werk, het gevolg hunner goed gemeende, maar roekelooze bemoeiingen, verschrikten zij en deinsden terug en lieten hem los, inplaats van hem bij te staan zooals hun plicht was, lieten hem wegdrijven in de woelige zee: het leven in de verbanning, zij die hem zoo goed kenden, die wisten hoe zeer hij was ontwricht, hoe rust-behoeftig. Zich zelven voor hem te wagen, dat kwam niet bij hen op. Arme Rousseau! Zijn kunstenaarsbegeerte had gelijk gehad met voor alles onafhankelijk te willen leven; en zijn kleinburgerlijk instinkt gelijk, van zich tegen iedere verbinding te kanten met wie sociaal zijn meerderen waren. Maar het leven was machtiger geweest dan zijn instinkten en beg
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  



Top keywords:

geweest

 
gelijk
 

waaraan

 

lieten

 

aangehaald

 

zooals

 
gevleid
 
hadden
 

beschermers

 

menschen


Rousseau

 

waagden

 

vriend

 

verbanning

 

hoffelijkheid

 
allesverwinnende
 

weerstaan

 
bekoorlijk
 

overmachtig

 

sociaal


kanten

 

misschien

 

erkende

 
houden
 

gegeven

 

verbinding

 

vertrouwd

 

iedere

 
meerderen
 

speelgoed


ledige

 

instinkten

 
binnengedrongen
 

gekomen

 

machtiger

 

andere

 
vriendschap
 
geadoreerd
 

woelige

 

kenden


wisten
 

wegdrijven

 

plicht

 

inplaats

 

willen

 

ontwricht

 

kunstenaarsbegeerte

 
onafhankelijk
 

behoeftig

 
zelven