t te eten, Esther, zeide haar vader. Sheik Ilderim zal
ons het genoegen doen van tot morgen bij ons te blijven. En gij, meester?
--Laat de paarden voorkomen, zeide Ben-Hur. Ik keer naar het Palmbosch
terug. Als ik nu ga zal mijn vijand er niets van merken, en uwe Arabieren,
Sheik, zullen blij zijn als zij mij terugzien.
Bij het aanbreken van den dageraad stapten Ben-Hur en Malluch voor de
deur der tent af.
* * * * *
NEGENDE HOOFDSTUK.
BEN-HURS BESLUIT.
Den volgenden avond stond Ben-Hur met Esther op het terras van het
groote pakhuis. Op de aanlegplaats beneden hen heerschte groote drukte
met opladen van balen en kisten. Tal van sjouwers liepen af en aan, die
bij het licht der flikkerende toortsen aan de dienende geesten uit
phantastische sprookjes deden denken. Een galei werd geladen om binnen
weinige oogenblikken te vertrekken. Simonides was nog op zijn kantoor,
waar hij den bevelhebber de laatste bevelen gaf, om zonder oponthoud
naar Ostia, de zeehaven van Rome, te zeilen, daar een passagier af te
zetten, en dan bedaarder op de Spaansche stad Valencia aan te houden.
Die passagier is de agent, die het landgoed en de huizen van Arrius zal
verkoopen. Als de ankers gelicht zijn en de galei zee heeft gekozen, zal
Ben-Hur onherroepelijk gebonden zijn aan het werk, dat hij den vorigen
avond aanvaardde. Nog kan terugtreden, indien hij spijt gevoelt over de
afspraak. Hij is de meester, en heeft slechts te spreken.
Misschien doorkruiste een dergelijke gedachte zijn hoofd, toen hij daar
met de armen over elkander het drukke tooneel gadesloeg. Jong, schoon,
rijk, nog kort geleden verkeerende in de beste kringen van Rome, zou het
niet te verwonderen geweest zijn, zoo hij weinig lust gevoelde om zich
te begeven op de doornige paden, waar plicht of eerzucht hem mochten
roepen, en waar zoovele gevaren dreigden. Wij kunnen ons zelfs
voorstellen welke beweegredenen zich aan hem opdrongen: het onvruchtbare
van tegen den Keizer te strijden, de onzekerheid die alles wat den
Koning en zijne komst betrof omgaf, het gemak, de eer, de hooge staat,
die hem toelachten, en het sterkst van alles het heerlijke gevoel van
een tehuis gevonden te hebben, met vrienden om het leven aangenaam te
maken.
Slechts zij, die langen tijd eenzaam rondgedoold hebben, kunnen de
kracht van dit laatste begrijpen. Zonder het te bedoelen kwam Esther
deze aanvechtingen versterken.
--Zijt gij wel eens te Rome gew
|