kapitaal dat ik uit de
handen der Romeinen redde. Van de overige bezittingen kon ik niets
redden dan het geld. Dank ons Joodsch wisselsysteem konden de roovers
daar niet aan komen. De geheele som bestond uit gelden, die ik in Rome,
Alexandrie, Carthago en andere steden had uitstaan, en bedroeg 120
talenten.
Hij gaf het blad aan Ester en nam een volgend. Met die 120 talenten,
zeide hij, begon ik handel te drijven. Hoor nu de verantwoording.
Aan schepen 60 talenten.
" goederen in voorraad 110 "
" cargo's in transport 75 "
" pakhuizen 10 "
" kameelen, paarden, enz. 20 "
" in te vorderen gelden 54 "
" los geld 224 "
553 talenten.
Voeg nu bij die 553 talenten winst het kapitaal, dat ik van uwen vader
onder mij had, en gij krijgt 673 talenten, alles rechtens het uwe. Dat
maakt u, zoon van Ithamar, tot een van de rijksten onder de rijken.
Hij nam de papieren van Esther over, rolde ze met uitzondering van een
weder op en bood ze Ben-Hur aan.
De kwalijk verborgen trotsch in zijne manier van doen was niet
beleedigend, maar alleszins verklaarbaar, en kwam voort uit het gevoel
van een welvolbrachten arbeid.
--En nu, zeide hij zachter, is er niets, nee niets, dat gij niet doen
kunt.
Dit oogenblik was een zeer gewichtig oogenblik voor allen. Simonides
kruiste nogmaals de handen over de borst. Esther keek verlegen voor
zich, Ilderim bewoog zich zenuwachtig.
Met de rol in de hand stond Ben-Hur op van zijn zetel, en met moeite
zijn aandoening bedwingende, sprak hij: Deze mededeelingen zijn voor mij
als een lichtstraal uit den hemel na een langen bangen nacht, zoo lang
dat hij mij eindeloos toescheen, en zoo donker dat ik alle hoop had
opgegeven. Mijn eerste dank zij aan God gebracht, die mij niet verlaten
heeft, en mijn tweede aan u, Simonides. Uwe trouw weegt tegen de
wreedheid van anderen op, en herstelt mijn geloof in de menschheid. Gij
zegt: er is niets dat ik niet doen kan? Zoo zij het! Zal iemand mij in
zulk een gewichtig oogenblik overtreffen in grootmoedigheid?... U roep
ik tot getuige, o Sheik! Hoor mijne woorden en onthoud ze! En gij,
Esther, goede engel van deze goeden man, uw vader, luister gij ook!
Hij strekte de hand, waarin hij de rol hield, naar Simonides uit en
vervolgde: Alles wat in deze papieren opgeschreven staat: de schepen,
huizen, kamee
|