FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59  
60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>   >|  
kind, vlak daarnaast in eerste stapte. "Kalm nu, kalm nu," herhaalde de barones wrevelig en dringend; en, met van emotie hooggekleurde wangen, ging zij ook haar plaats innemen. Eensklaps werden zij kalm, alle twee. 't Was Rozeke opeens zoo vreemd te moede; het leek haar eensklaps of een vreemdeling daar zat, een bleeke, magere, ziekelijke, vriendelijk haar toelachende vreemdeling; en zoo reed de trein met hem weg: hij vriendelijk glimlachend en zij als in versuffing starend en toen hij reeds een heel eind verre was, stond ze nog maar aldoor vreemd te staren, de oogen bedwelmd door het eigenaardig zinsbedrog harer verbeelding, alsof zij nu leefde buiten de werkelijkheid der mogelijke gebeurtenissen en roerloos daar te wachten stond tot het normale leven weer in haar zou opkomen. Iemand trok zachtjes aan haar mouw en, met een huivering zich omkeerend, zag ze den koetsier van het kasteel, die hen naar 't station gebracht had, voor haar staan. "Goa-je weere mee, vreiwken?" glimlachte de man. Die enkele nuchtere woorden riepen haar plotseling tot de werkelijkheid terug. "O neen ik, nee nee, merci, 'k goa liever te voete," antwoordde zij zenuwachtig, als in een soort van angst. De koetsier drong niet aan en ging heen. In roerlooze spanning keek ze nog even in 't verschiet over de eindeloos lange en rechte glinstering van rails langs waar hij verdwenen was; en toen verliet zij ook het kleine stationsgebouw en voor haar lag het naakte, grijze winterveld als een andere oneindigheid zoo eenzaam en verlaten, zoo levenloos en leeg, dat het haar nu te moede werd of zij daar liep als een verdwaalde, zwakke vreemdelinge, in hopelooze droefheid maar recht voor zich uit loopend, aldoor loopend, zonder doel en zonder eind. Maar zij kwam terug op het zoo welbekende boerderijtje en vond er nog haar moeder en haar zuster en haar kinderen; en het leek haar nu weer alsof er bijna niets gebeurd en niets veranderd was in de eentonige gelijkheid van haar dagelijksch leven. Smul was, als iederen ochtend, met ploeg en paard en egge bezig op den akker, Vaprijskens dorschvlegel klonk met doffe, gelijkmatig-gekadanseerde slagen op den harden schuurvloer, de groote waakhond lag rustig te loeren, half in half uit zijn hok, de zwarte poes zat knippend met zijn gouden oogen voor het haardvuur, de oude klok tiktakte trage en in het achterhuis was 't Geluw Meuleken de boterkarn aan 't schoonmaken. Alles leefde zoo rustig zijn gewonen g
PREV.   NEXT  
|<   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59  
60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>   >|  



Top keywords:
vreemdeling
 

koetsier

 

aldoor

 
vriendelijk
 
loopend
 
leefde
 

zonder

 

vreemd

 

rustig

 

werkelijkheid


hopelooze
 
droefheid
 

vreemdelinge

 

grijze

 

glinstering

 

verliet

 

verdwenen

 

rechte

 

spanning

 

verschiet


eindeloos
 

kleine

 

stationsgebouw

 
levenloos
 

verdwaalde

 
verlaten
 
eenzaam
 

welbekende

 

naakte

 

winterveld


andere

 

oneindigheid

 
zwakke
 
zwarte
 

knippend

 
gouden
 

haardvuur

 

loeren

 

harden

 

schuurvloer


groote

 

waakhond

 
schoonmaken
 

gewonen

 
boterkarn
 
Meuleken
 

tiktakte

 

achterhuis

 
slagen
 

gekadanseerde