FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   >>   >|  
ve, met de kommervolle oogen naar het gijselhuis gericht, waar eene gansche schaar Kerels, hetzij staande, hetzij ten gronde zittende, afwachtte wat men in het paleis aangaande hunnen gevangen vriend zou beslissen. "Heer kastelein", sprak hij, "gelief mij te volgen; ik heb u iets belangrijks mede te deelen." Hij leidde hem eenige stappen verre op het binnenplein, hield hem dan staan en zeide hem dat de graaf den gevangen Kerel in vrijheid zou laten gaan op voorwaarde dat deze hem verschooning vroege, niet aangaande het feit van den doodslag zelven, maar nopens den tijd en de plaats waarop de wraakneming was geschied. Alhoewel de kastelein sterk twijfelde of Arnulf, dien hij kende als een vastberaden man zonder vrees, wel tot zulk iets kon toestemmen, beloofde hij al het mogelijke aan te wenden om hem er toe over te halen. Hij riep vijf of zes wapenmannen tot zich en richtte zich naar het Gijselhuis waar hij, om de onrustige Kerels te stillen, verplicht was hun te zeggen dat hun vriend waarschijnlijk binnen een half uur zijne vrijheid zou terugbekomen. Deze aankondiging werd door een algemeen gejuich van blijdschap begroet. Om meerdere kans tot welgelukken zijner zending te hebben, verzocht de kastelein de weenende vrouw en twee kinderen van Arnulf hem in de gevangenis te volgen. De oude Frumold bleef te midden van het plein staan, afwachtende wat de uitslag van des kasteleins poging zou zijn. Het duurde niet zeer lang of een vreugdekreet ontsnapte hem; want hij zag den kastelein met den Kerel uit het Gijselhuis komen. De laatste moest dus toegestemd hebben tot het afsmeeken van des graven vergiffenis. Al de verzamelde Kerels vergezelden hunnen makker tot voor de Loove, en begroetten hem en moedigden hem aan totdat hij onder de poort van het paleis verdween. Eenigen der stoutsten volgden hem zelfs tot binnen het hof. De kastelein verscheen met zijnen gevangene bij den ingang der raadzaal en wachtte daar een verder bevel. "Treed nader!" gebood de vorst. Met eene diepe buiging doch met helderen, onbevreesden blik stapte de Kerel vooruit. "Men heeft ons gemeld dat gij ons vergiffenis wilt vragen en onze grootmoedigheid afsmeeken", zeide de graaf. "Is dit waar, zoo spreek!" "Wie schuldig is, vraagt vergiffenis", antwoordde Arnulf. "Ik heb mijnen plicht gedaan." "Versteende trotschaard!" gromde de vorst, van ongeduld ter tafel slaande. "Gelief mij te hooren, heer graaf", hernam de Kerel,
PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   >>   >|  



Top keywords:

kastelein

 
Arnulf
 

vergiffenis

 

Kerels

 

binnen

 

afsmeeken

 
vrijheid
 
Gijselhuis
 

paleis

 

aangaande


gevangen

 

vriend

 

volgen

 

hunnen

 

hebben

 
hetzij
 

Eenigen

 
vergezelden
 

verdween

 

begroetten


moedigden

 

volgden

 

totdat

 
stoutsten
 

makker

 

laatste

 

poging

 

kasteleins

 
duurde
 

uitslag


afwachtende

 

Frumold

 
midden
 

toegestemd

 

graven

 

vreugdekreet

 
ontsnapte
 
verzamelde
 

helderen

 

schuldig


vraagt
 

antwoordde

 

spreek

 

grootmoedigheid

 

mijnen

 

plicht

 

Gelief

 
slaande
 

hooren

 
hernam