l. Meer
handelbaar zijn menschen die goed geld om handen hebben. Hen weerhoudt
hun schaamtegevoel, de hoop doet hen leven, de vrees schrikt hen af: zij
weten wat adellijke heeren soms vermogen. Ten slotte, wanneer de
schuldenlast u overstelpt, dan moet ge onder allerlei voorwendsels
elders heen verhuizen en dan vervolgens weer ergens anders heen. Er is
geen reden om je daarvoor te schamen. Niemand is meer met schulden
beladen dan juist de vorsten. Als een boer u het vuur wat na aan de
schenen legt, doe 't dan voorkomen alsof je door zijn onbeschaamdheid
diep beleedigd bent. Geef evenwel zoo nu en dan eens wat terug, maar
niet de geheele som en ook niet aan allen. Daarvoor moet gij overal en
altijd zorgen dat niemand 't in den neus krijgt, dat je kas geheel leeg
is. Je moet altijd grootdoen.--HARPALUS: Hoe kan iemand groot-doen die
niets heeft?--NESTORIUS: Als een vriend je tijdelijk iets van waarde
heeft toevertrouwd, dan moet je 't doen voorkomen alsof 't van je zelf
is. Maar je moet alle gekunsteldheid vermijden: 't moet alles als bij
toeval gaan. Neem daartoe soms eens wat geld op, met 't plan om 't heel
spoedig terug te geven. Bewaar in je beurs, die uitpuilt van kopergeld,
twee goudstukken en haal er die zoo nu en dan eens uit. En meer
dergelijke verzinsels moet je zelf maar bedenken.--HARPALUS: Dat snap
ik. Maar ik moet dan toch eindelijk wel tot over de ooren in de schuld
zitten.--NESTORIUS: Houd daarom geen luie, onverschillige, onhandige
bedienden of neem anders bloedverwanten bij je, die je toch den kost
zoudt moeten geven. Ze zullen wel eens een koopman tegenkomen dien ze
kunnen berooven. Ze zullen wel eens wat vinden in herbergen, of in een
huis, of in een schip, iets dat onbewaakt ligt. Vat-je? Ze moeten er aan
denken dat de mensch niet te vergeefs vingers gekregen heeft.--HARPALUS:
Als 't ten minste op een veilige manier kan gebeuren.--NESTORIUS: Je
moet je bedienden netjes gekleed doen gaan, vooral met
onderscheidingsteekens. Geef hun valsche brieven aan hooge personages in
handen. Als ze dan eens iets hebben weggenomen en betrapt worden, zal
niemand hen durven beschuldigen. Ook al vermoedt men iets, dan zal men
toch bang zijn voor hun meester die van adel is. En wanneer ze
gewelddadig een buit hebben veroverd dan heet dat: oorlogsrecht. Zulke
voor-oefeningen vormen het voorspel van den oorlog.--HARPALUS: Dat is
een goede raad!--NESTORIUS: Verder moet ge steeds dezen stelregel van
den adel handhaven: het i
|