FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147  
148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   >>   >|  
Daar was ook nog een andere plaat die de afbeelding en de grootte van de kapel voorstelde.--MENEDEMUS: Ja, dan mag men niet meer twijfelen.--OGYGIUS: Onder aan het deurtje was een ijzeren vlechtwerk, om alleen voetgangers door te laten. Het paste toch niet dat een ander paard weer de plaats zou betreden, vroeger door dien Ridder aan de Heilige Maagd gewijd.--MENEDEMUS: En te recht!--OGYGIUS: Als men nu van hier oostwaarts gaat, komt men aan een kapel vol van allerlei heilige overblijfselen. Daar ga ik heen. Een andere tempelgids neemt er de leiding over. Wij prevelen eerst eenige gebeden. Nu wordt ons een lid van een menschenvinger getoond, en wel van een middelvinger. Ik kuste dien en vroeg van wien die relikwieen waren. Hij zei: van Sint Pieter. Toch niet van den Apostel? Hij beweerde van ja. Terwijl ik daarop de lengte van 't vingerlid aandachtig bekeek, dat wel een aan reus kon hebben toebehoord, zei ik: "St. Pieter moet wel een man van buitengewoon groote lichaamsgestalte geweest zijn." Bij die woorden schoot een van de omstanders in een luiden schaterlach. Dat kon ik niet uitstaan. Als hij zich stilgehouden had zou de kerkbewaarder ons al de andere relikwieen getoond hebben. Wij brachten hem zoo goed en zoo kwaad als het ging weer in zijn humeur door hem eenige geldstukjes te geven. Voor de kapel bevond zich een afdakje waarvan hij verzekerde dat het op een winterdag, toen de sneeuw alles bedekt had, plotseling daarheen van een verre plaats was aangebracht. Onder dat afdak heeft men twee putten tot den rand toe vol. De bronwel daarvan is naar men zegt aan de Heilige Maagd gewijd. Het water is bijzonder koud en werkt heilzaam naar men zegt voor hoofd- en maagpijn.--MENEDEMUS: Als koud water hoofd- en maagpijn geneest, dan zal later ook nog wel eens olie dienen om een brand te blusschen.--OGYGIUS: Maar mijn waarde: 't is immers juist een wonder dat ik vertel. Wat zou 't anders voor een wonder wezen als koud water dorst leschte?--MENEDEMUS: Dit is nu zeker 't eene deel van 't historietje.--OGYGIUS: Ze verzekerden dat die bron plotseling was ontsprongen op bevel van de Heilige Maagd. Ik bekeek alles in het rond nauwkeurig en vroeg: hoeveel eeuwen er verloopen waren sedert die luifel daar was aangebracht. Hij zei: "Al verscheidene." "De muren van de kapel zien er anders niet erg oud uit," zei ik. Hij ontkende dat niet. "Zelfs niet die houten kolommen." Hij ontkende dan ook niet dat ze daar onlangs neergezet waren en trou
PREV.   NEXT  
|<   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147  
148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   >>   >|  



Top keywords:

OGYGIUS

 

MENEDEMUS

 

Heilige

 

andere

 

Pieter

 

eenige

 

getoond

 
relikwieen
 

plotseling

 

aangebracht


bekeek
 

hebben

 

maagpijn

 

anders

 
gewijd
 
ontkende
 

plaats

 

daarvan

 

bronwel

 

winterdag


verzekerde

 

waarvan

 

verscheidene

 

bijzonder

 
neergezet
 

sneeuw

 

bedekt

 
houten
 

kolommen

 

daarheen


onlangs

 

putten

 

luifel

 

verzekerden

 

vertel

 

immers

 

waarde

 

afdakje

 
leschte
 

historietje


ontsprongen

 

verloopen

 

geneest

 

heilzaam

 

sedert

 

eeuwen

 

blusschen

 

nauwkeurig

 
dienen
 

hoeveel