s, hoor eens. Die zich over
zoo iets schamen, zetten hun kapitaal van schaamte op lagen interest
uit. Ik voor mij heb mijn schaamte wel voor wat beters leeren
bewaren.--MENEDEMUS: Nu ik brand van verlangen naar de rest van je
bevindingen. Daarom inviteer ik mij zelf bij u aan tafel als gast. Daar
kun je 't mij dan op je gemak vertellen.--OGYGIUS: Ik vind 't heel
aardig dat je je zelven als gast aanbiedt, omdat er velen zijn die
blijven bedanken, ook al worden ze nog zoo dringend uitgenoodigd. Maar
je zult me nog driemaal meer plezier doen, wanneer je thuis wildet
blijven soupeeren. Ik wil dezen avond in den huiselijken kring
doorbrengen. Maar ik heb een plannetje dat voor ons beiden geschikter
is. Laat morgen voor mij en mijn vrouw bij jou thuis een lekker maaltje
klaarmaken. Dan kunnen wij tot 't avondeten toe blijven doorpraten, tot
je zelf zegt dat je er genoeg van hebt en als je wilt dan zullen we ook
nog bij je blijven soupeeren. Waarom krab je je hoofd? Maak jij 't maar
klaar: wij beloven plechtig op tijd te komen.--MENEDEMUS: Ik zou liever
hooren vertellen zonder dat 't mij wat kostte. Maar komaan! Een dinertje
zal worden gegeven, doch 't zal vervelend en laf zijn als gij 't niet
met goede vertellingen weet te kruiden.--OGYGIUS: Maar zeg eens. Jeukt
't je niet en tintel je niet van lust om ook zulke pelgrimstochten te
gaan doen?--MENEDEMUS: Misschien krijg ik die tinteling als je
uitverteld hebt. Zooals ik nu gestemd ben, heb ik genoeg aan mijn
Roomsche Staties.--OGYGIUS: Hoe, Roomsche? En ge zijt nooit te Rome
geweest.--MENEDEMUS: Ik zal je zeggen wat ik bedoel. Die toeren met
pleisterplaatsen maak ik thuis. Eerst ga ik de huiskamer binnen en zorg
ik dat mijn dochters geen kwaad kunnen aan haar kuischheid en ordelijk
van gedrag zijn. Dan ga ik naar de werkplaats; ik ga na, wat de
dienstboden, meiden zoowel als knechts, verrichten. Daarna ga ik naar de
keuken, rondziende of er ook iets te ordonneeren valt. Verder trek ik
dan hierheen, dan daarheen, terwijl ik naga hoe mijn kinderen 't maken
en mijn vrouw, om te zorgen dat alles op zijn plicht past. Dat zijn mijn
Roomsche Staties of bedevaarten naar Rome.--OGYGIUS: Ja, maar daar zou
in uw plaats Sint Jacob wel voor zorgen.--MENEDEMUS: De Heilige Schrift
schrijft mij voor dat zelf te doen. Dat ik 't aan de Heiligen mag
overlaten heb ik nog nergens gelezen.
NOTEN:
[1] Ilias. XV 279. (Vosmaer).
Doch weer ziende dat Hektor de schaar zijner dapperen rondgi
|