FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186  
187   188   189   >>  
aag aan mijn tafel "poenitets" en "ad fundums" drinken, als gij niet zult moeten bekennen dat mijn maal nog veel vroolijker is dan uw sprookjesmaal. Er is toch niets aardigers denkbaar, dan dat men beuzelingen met den grootsten ernst behandelt. NOTEN: [1] Minos, koning van Creta, om zijn rechtsgevoel als beoordeelaar over de schimmen in de onderwereld aangesteld. [2] Volgens het Latijnsch spreekwoord: "Ik heb in plaats van een schat houtskool gevonden: d.i. een pot met houtskool in plaats van een pot met geldstukken. * * * * * SCHIPBREUK ANTOON EN ADOLF. Een der vlijmendste en scherpste samenspraken van Erasmus, waarin hij de bijgeloovigheden zijner tijden geeselt en striemt. In levendige trekken schildert de schrijver een schipbreuk en bespot daarbij de dwaasheid der menschen, die, in plaats van in de bange ure van den dood op God te vertrouwen, hun toevlucht nemen tot allerlei Heiligen, geloften afleggen, die ze toch niet van plan zijn te houden. Het is een meesterlijk volgehouden ironie; bijkans elke regel is een zweepslag, een striem, een duw tegen de schijnvroomheid en het bijgeloof van Erasmus' tijd: het geheel een eerepalm voor het verlichte genie en den waren godsdienstzin van onzen Erasmus. ANTOON: Wat je daar vertelt is vreeselijk. Is dat varen? God verhoede dat mij ooit zoo iets in de gedachte kome.--ADOLF: Neen, maar wat ik je tot hiertoe heb verteld is nog niets vergeleken bij 't geen je nu zult vernemen.--ANTOON: 'k Heb al meer dan genoeg narigheid gehoord. Ik ril bij je verhaal alsof ik er zelf bij ben.--ADOLF: Na gedanen arbeid is het zoet rusten. In dien nacht gebeurde er iets wat bijna alle hoop op redding aan den kapitein benam.--ANTOON: Wat dan?--ADOLF: 't Was een half donkere nacht en hoog in den mast stond een van de matrozen op den uitkijk. Hij keek rond of hij ook land zag. Een soort van vuurbol vormde zich om hem heen. Dat is voor zeelui een heel slecht Voorteeken als 't maar een kring is: zijn het er twee, dan is 't gunstig. In de oudheid hield men die beide vuurkringen voor de verschijning van de halfgoden Castor en Pollux.--ANTOON: Wat hebben die met 't zeevolk te maken, daar de een ruiter en andere vuistvechter was?--ADOLF: Ja, dat is nu zoo'n uitvinding van de dichters. De man aan het roer riep: "Maat," (want met dien naam spreken zeelieden elkander aan), "zie je wel wat voor ge
PREV.   NEXT  
|<   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186  
187   188   189   >>  



Top keywords:
ANTOON
 

plaats

 

Erasmus

 
houtskool
 
gedanen
 
arbeid
 

redding

 

verhaal

 

rusten

 

gebeurde


gehoord
 
hiertoe
 

verteld

 

gedachte

 

vergeleken

 

kapitein

 

genoeg

 

vernemen

 

dichters

 

uitvinding


narigheid
 

vuistvechter

 

zeelui

 
Castor
 

slecht

 
spreken
 
Pollux
 

halfgoden

 

verschijning

 

elkander


zeelieden

 

oudheid

 
gunstig
 
Voorteeken
 

hebben

 
zeevolk
 

matrozen

 

uitkijk

 

andere

 

vuurkringen


donkere

 

vuurbol

 
vormde
 

ruiter

 
Volgens
 
Latijnsch
 

spreekwoord

 

aangesteld

 
onderwereld
 

rechtsgevoel