FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   >>  
leesch. En zoo foppen ze ten minste de oogen, al kan men de reukorganen niet misleiden, want de onfrissche lucht dringt door alles heen. Wanneer 't een vastendag is, die visch in plaats van vleesch vereischt, dan worden soms een stuk of drie goudkarpertjes, niet eens zoo heel groot, op tafel gezet, ofschoon er zeven of acht eters zijn.--JACOB: En verder niets?--GILBERT: Niets dan die steenharde kaas.--JACOB: Een vreemd soort van Lucullus, van wien je me daar vertelt. Maar hoe is 't mogelijk dat zoo'n schraal maal voor zoo veel gasten voldoende kon wezen, vooral wanneer ze niet ontbeten hadden?--GILBERT: Neen, erger nog! je weet niet dat met de kliekjes van dat maal ook nog schoonmoeder, schoondochter, de jongste zoon, een dienstmeisje en eenige kleine kinderen moesten gespijzigd worden.--JACOB: Je vergroot mijn verwondering in plaats van ze weg te nemen.--GILBERT: Ik kan 't je ook moeilijk uitleggen, als ik niet eerst beschrijf hoe we aan tafel zaten.--JACOB: Nu, doe dat dan.--GILBERT: Antronius had de hoofdplaats, terwijl ik als buitengewoon gast aan zijn rechterhand zat. Recht tegenover Antronius zat Orthrogonus, naast dezen Verpius, en nevens Verpius een zekere Strategos, een Griek van geboorte. Links van Antronius zat zijn oudste zoon. Kwam er soms nog een andere gast bij, dan kreeg die een plaats naar zijn rang en waardigheid. Aanvankelijk was er niet 't minste gevaar of onderscheid in 't recht van zich te bedienen, behalve dat er in de soepborden van de voornamere gasten brokken van die koeiekaas dreven. Maar met vier wijnflesschen en waterkaraffen werd er doorgaans een soort van omheining gevormd, zoodat niemand 't geen op tafel stond kon aanraken (behalve misschien de drie personen voor wie de schotel juist geplaatst was) of hij had zoo onbeschaamd moeten wezen om over die omheining heen te wippen. Maar die soepterrine bleef ook niet eens lang op tafel staan; spoedig werd die weggehaald, want er moest wat overblijven voor de andere leden van het gezin.--JACOB: Wat at de rest van het gezelschap dan?--GILBERT: Die? ze smulden op hun manier.--JACOB: Hoe dan?--GILBERT: Ze weekten hun klei-brood in dien wijn van ouden droesem.--JACOB: Zoo'n maaltijd kan niet heel lang duren.--GILBERT: O, dikwijls meer dan een uur.--JACOB: Hoe is dat in vredesnaam mogelijk?--GILBERT: Wanneer, zooals ik je daareven vertelde, alles was weggenomen wat gevaar liep opgegeten te worden, dan werd de kaas gebracht, waarvan men niet bang behoefd
PREV.   NEXT  
|<   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   >>  



Top keywords:
GILBERT
 

plaats

 

worden

 
Antronius
 
mogelijk
 
behalve
 

Verpius

 

andere

 

gevaar

 

omheining


gasten
 
Wanneer
 

minste

 

doorgaans

 

waterkaraffen

 

wijnflesschen

 

opgegeten

 

zoodat

 

aanraken

 

misschien


personen
 

gevormd

 

niemand

 
gebracht
 

vredesnaam

 
weggenomen
 
onderscheid
 

Aanvankelijk

 

waardigheid

 

vertelde


bedienen

 

koeiekaas

 
dreven
 
zooals
 

brokken

 
daareven
 

soepborden

 

voornamere

 

droesem

 

maaltijd


weekten

 

behoefd

 
manier
 

smulden

 
gezelschap
 
overblijven
 

waarvan

 

dikwijls

 
moeten
 

onbeschaamd