FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
182   183   184   185   186   187   188   189   >>  
zich toen tot de anderen en sprak: "Waarlijk, ik ben wel de grootmachtigste van alle koningen dat ik zoo'n rijken Kanselier heb." Aller hoop werd verlevendigd daar ze dachten dat 't geld onder de anderen zou verdeeld worden, nu deze op niets aanspraak maakte. Toen de koning nu lang genoeg met hen gespeeld had, liet hij den Kanselier de geheele som naar zijn huis meenemen en zei daarop, de overigen aansprekend: "Jelui moet nu maar eens een andere gelegenheid afwachten."--REINIER: Het verhaaltje dat ik nu ga vertellen zult ge misschien minder aardig vinden, maar ik begin dadelijk u te verzoeken mij niet te verdenken van kwade trouw of booze streken, alsof ik met opzet zou pogen mij aan mijn verplichting te onttrekken. Zeker iemand kwam tot denzelfden Lodewijk met het verzoek, hem met een post die toevallig in 't dorp waar hij woonde, open was, te willen begunstigen. Zoodra de koning 't verzoek gehoord had zei hij onverwijld: "Uw verzoek zal niets uitwerken," waarmee hij onmiddellijk bij den man alle hoop afsneed om gedaan te krijgen wat hij vroeg. De sollicitant ging, met een dankbetuiging aan den koning dadelijk heen. De koning die aan zijn gezicht wel kon zien dat hij te doen had met een alles behalve onhandigen man liet hem terug roepen, daar hij vermoedde dat de man niet precies begrepen had, wat hij bedoeld had. De man komt terug. Toen zei de koning: "Had je begrepen wat ik je geantwoord had?" "Ja zeker, Sire." "Wat heb ik dan gezegd?" "Dat ik met mijn verzoek niets zou uitrichten." "En waarom bedankte je mij daarvoor?" "Omdat ik thuis heel wat te doen heb. Ik zou hier dus tot mijn groot nadeel een twijfelachtige hoop hebben nagejaagd. Nu reken ik het als een gunst van uwe zijde dat ge me dadelijk het gevraagde geweigerd hebt. Ik beschouw als winst wat ik verloren zou hebben, wanneer ik mij lang met een ijdele hoop had moeten vleien." Uit dat antwoord meende de koning te mogen opmaken, dat hij met een alles behalven laksen man te doen had, en na enkele vragen zei hij: "Je zult hebben wat je vraagt: dan kun je mij dubbel bedanken." Tevens wendde hij zich tot de hofbeambten en beval hun onmiddellijk 't bewijs van aanstelling gereed te maken om den man niet langer op te houden en hem tijdverlies te besparen.--FLIP: 'k Zou ook nog wel wat over dien zelfden Lodewijk kunnen vertellen, maar ik wil nu liever iets zeggen over onzen Keizer Maximiliaan. Evenmin als deze gewoon was zijn geld te begraven, even milddadig was hij te
PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
182   183   184   185   186   187   188   189   >>  



Top keywords:

koning

 

verzoek

 

dadelijk

 

hebben

 
begrepen
 
onmiddellijk
 

Lodewijk

 

vertellen

 

Kanselier

 

anderen


kunnen

 
nadeel
 

liever

 

nagejaagd

 
zeggen
 

twijfelachtige

 
Keizer
 
geantwoord
 
bedoeld
 

milddadig


begraven

 

gezegd

 
Maximiliaan
 

bedankte

 

zelfden

 
daarvoor
 

waarom

 

gewoon

 
Evenmin
 
uitrichten

geweigerd
 

bedanken

 
Tevens
 
wendde
 

dubbel

 

vragen

 

vraagt

 

hofbeambten

 
besparen
 

langer


houden

 
tijdverlies
 

gereed

 

bewijs

 

aanstelling

 

enkele

 

verloren

 

wanneer

 

ijdele

 

beschouw