FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  
arop staat een Christusbeeld met de Moeder Gods eershalve aan Zijn rechterzijde. De melk toch stelt de Moeder voor.--MENEDEMUS: Kan men dan de melk zien?--OGYGIUS: Natuurlijk, in een kristallen omhulsel.--MENEDEMUS: Dus vloeibaar.--OGYGIUS: Wat wou je nu praten van _vloeibaar_, terwijl de melk meer dan vijftienhonderd jaren geleden uit de borst gekomen is. Neen, de melk is samengeronnen: men zou haast zeggen fijn gewreven krijt met wit van een ei vermengd.--MENEDEMUS: Waarom toont men ze dan niet onbedekt?--OGYGIUS: Wel natuurlijk dat de melk van de Maagd niet bezoedeld zal worden door de kussen van mannen.--MENEDEMUS: Dat laat zich hooren. Want er zijn, dunkt me, mannen, die er een niet reinen en niet maagdelijken mond zouden aanzetten.--OGYGIUS: Zoodra de kerkegids ons in 't oog kreeg liep hij op ons toe, schoot een linnen gewaad aan, voegde er een priesterlijke stool over zijn schouders aan toe, knielde eerbiedig neer en lag in aanbidding. Daarna reikte hij ons de Heilige Melk toe om die te kussen. Toen knielden ook wij op de onderste trap van het altaar eerbiedig neer. Na eerst Christus gegroet te hebben, sprak ik tot de Heilige Maagd het volgend gebed uit dat ik juist hiervoor had opgesteld: "Moedermaagd, Gij die waardig gekeurd zijt met Uwe maagdelijke borsten den Heer van Hemel en aarde, Uwen Zoon Jezus te laven, wij spreken de bede uit dat wij, door Zijn bloed gereinigd, mogen toenemen in braafheid en dat wij mogen bereiken die gelukkige jeugd van duivenonschuld welke, onbekend met slechtheid, bedrog en list, bij voortduring dorst naar de melk van de wetenschap van het Evangelie, totdat die kindsche staat opgegroeid zij tot volmaakten mannelijken leeftijd, naar de mate van de volheid van Christus, wiens zalige gemeenschap gij ten eeuwigen dage moogt genieten met den Vader en den Heiligen Geest. Amen!"--MENEDEMUS: Nu, dat is een vroom gebed. En wat deed de Heilige Maagd?--OGYGIUS: Wel 't scheen me toe dat Zij beiden, Zij en Haar Zoon, mij toeknikten, als ik me ten minste niet heelemaal vergis. Ik verbeeldde mij dat die Heilige Melk een weinig opsprong en 't scheen mij toe alsof de avondmaalskelk wat glanzender blonk dan te voren. Intusschen kwam de tempelgids weer op ons af, wel zonder een woord te zeggen, maar terwijl hij ons een bordje voorhield, zooals bij ons de menschen dat hebben, die bruggetolgeld innen.--MENEDEMUS: Ja 'k heb wat dikwijls die bedelbordjes verwenscht, toen ik in Duitschland reisde.--OGYGIUS:
PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  



Top keywords:

MENEDEMUS

 

OGYGIUS

 

Heilige

 

kussen

 

Moeder

 

hebben

 

Christus

 
mannen
 

scheen

 

eerbiedig


terwijl
 

vloeibaar

 

zeggen

 

duivenonschuld

 
mannelijken
 
volmaakten
 

spreken

 

leeftijd

 

eeuwigen

 

gemeenschap


zalige

 

volheid

 

opgegroeid

 

voortduring

 
braafheid
 

bereiken

 

gelukkige

 
slechtheid
 

bedrog

 

wetenschap


Evangelie

 

kindsche

 

totdat

 

gereinigd

 

toenemen

 

onbekend

 

zonder

 

bordje

 
voorhield
 

Intusschen


tempelgids

 

zooals

 

menschen

 

verwenscht

 

bedelbordjes

 

Duitschland

 

reisde

 

dikwijls

 
bruggetolgeld
 

glanzender