FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  
dagen.--MENEDEMUS: Telt men dan in de onderwereld ook bij dagen? OGYGIUS: Daar is ten minste ook een tijdrekening. Maar als die bisschoppen nu eenmaal 't hun geschonken aflaat-vermogen hebben weggegeven, hebben ze dan niets meer over om weg te schenken?--OGYGIUS: Ja, zeker wel! Daar borrelt nog wel weer wat zoo wat van onderen op om weg te schenken en hier gebeurt zoo precies 't tegenovergestelde van 't geen er met 't vat der Danaiden geschiedde. Terwijl dat telkens gevuld werd, liep 't altijd maar leeg; uit dit vat daarentegen kan men voortdurend putten, zonder dat er daarom iets minder in overblijft.--MENEDEMUS: Als nu eens bijv. aan honderdduizend menschen veertig dagen aflaat wordt gegeven, heeft dan ieder afzonderlijk veertig dagen voor zich?--OGYGIUS: Ja.--MENEDEMUS: En zoo nu enkelen voor het middageten om veertig dagen gevraagd hebben en ze komen tegen het avondeten nog eens weer om veertig, zijn er dan altijd maar weer voorhanden om ze hun te geven?--OGYGIUS: Ja zeker, ook al vroegen ze tienmaal in hetzelfde uur.--MENEDEMUS: Och, had ik thuis zoo'n geldkistje; ik zou er maar enkele schellingen in wenschen, mits ze steeds maar zoo op nieuw weer opborrelden.--OGYGIUS: Waarom wensch je niet om heelemaal van goud te worden, want ten gevolge van je wensch krijg je dat toch gedaan. Maar ik keer tot mijn verhaal terug. Men voerde voor de heiligheid van de melk ook nog dit bewijs van echt vromen zin aan, dat de melk der Moedermaagd elders vertoond, wel de vereering waardig was, maar dat deze daarom meer eer verdiende, omdat die andere melk van de rotsen was afgeschrapt, deze daarentegen zoo uit de borsten der Heilige Maagd was gevloeid.--MENEDEMUS: Hoe wist men dat zoo vast en zeker?--OGYGIUS: Wel, dat nonnetje te Constantinopel had dat gezegd, die de melk had gegeven.--MENEDEMUS: En haar had de Heilige Bernard 't zeker bericht?--OGYGIUS: Ja, dat denk ik wel.--MENEDEMUS: Toen deze al volwassen was viel hem de eer te beurt melk te mogen proeven uit dezelfde borst waaraan 't Kindeke Jezus gezoogd was. Daarom verwondert 't mij dat men Hem niet liever "zoo zoetvloeiend als melk" dan met zijn gewonen bijnaam "zoet als honig" noemt. Maar hoe kan men bij die andere melk spreken van melk van de Heilige Maagd, als ze niet uit Haar borsten gevloeid is?--OGYGIUS: Die melk is ook wel uit Haar borst gekomen, maar op een rots, waarop zij toevallig zat toen ze 't Kindje de borst gaf, gevallen en gestold. Verder is die melk door een go
PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  



Top keywords:

OGYGIUS

 

MENEDEMUS

 

veertig

 

Heilige

 

hebben

 

daarentegen

 

altijd

 
schenken
 

borsten

 

daarom


gegeven
 

gevloeid

 

andere

 

aflaat

 
wensch
 
voerde
 

bericht

 

vertoond

 

nonnetje

 

Moedermaagd


Bernard

 

elders

 

gezegd

 

Constantinopel

 
verdiende
 

vereering

 

bewijs

 
afgeschrapt
 

heiligheid

 

rotsen


waardig

 

vromen

 

gekomen

 

waarop

 

spreken

 

toevallig

 

Verder

 

gestold

 
gevallen
 

Kindje


bijnaam

 

proeven

 

dezelfde

 

waaraan

 

volwassen

 

Kindeke

 

liever

 

zoetvloeiend

 
gewonen
 

gezoogd