FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154  
155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   >>   >|  
ddelijke bestiering zoo vermeerderd.--MENEDEMUS: Zoo zal 't wezen. Ga door!--OGYGIUS: Terwijl wij ons hierna tot de reis gereed maken en nog zoowat heen en weer drentelen en rondkijken of er ook nog iets is, de moeite waard om bezien te worden, staan daar de kerkegidsen weer voor ons, zien ons van ter zijde aan, wijzen met de vingers naar ons, komen aanloopen, gaan weer heen, komen weer terug, wenken en 't scheen wel of ze ons wilden aanspreken als ze maar durf genoeg hadden.--MENEDEMUS: En was je toen niet bang?--OGYGIUS: Wel neen, ik draaide mijn gelaat juist naar hen toe, hen toelachend en hen aankijkend alsof ik hen wilde uitlokken om mij aan te spreken. Een van hen slechts komt naar mij toe en vraagt hoe ik heet. Ik zeg mijn naam. "Of ik het was die een paar jaar geleden dat votief-tafeltje had opgehangen met een Hebreeuwsch opschrift." Ik zei van ja.--MENEDEMUS: Kun-je dan Hebreeuwsch schrijven?--OGYGIUS: Wel neen, maar wat zij niet begrijpen, dat noemen die kerels Hebreeuwsch. Door den een of ander gehaald (zoo vermoed ik) komt de Eerst-laatste van 't klooster aanloopen.[4]--MENEDEMUS: Wat is dat voor een waardigheid? Hebben ze daar dan geen abt?--OGYGIUS: Neen.--MENEDEMUS: Hoe dat zoo?--OGYGIUS: Omdat ze geen Hebreeuwsch verstaan, waaruit abt is afgeleid.--MENEDEMUS: En geen bisschop ook?--OGYGIUS: Ook al niet.--MENEDEMUS: Waarom dat?--OGYGIUS: Omdat de Heilige Maagd daar te arm is om een bisschopsstaf en een mijter te koopen, die veel te duur zijn.--MENEDEMUS: Ook misschien geen Hoofd?--OGYGIUS: Ook dat niet.--MENEDEMUS: Welk beletsel is daartegen?--OGYGIUS: Omdat Hoofd een titel is voor een waardigheid, niet een titel van vroomheid. Om die reden verwerpen ook de kapittels der Kanunniken den titel van abt, maar nemen ze dien van Eerst-laatste graag aan.--MENEDEMUS: Maar ik had toch dien naam van Prior (in _dien_ zin) nooit te voren gehoord.--OGYGIUS: Ja, maar je bent op 't gebied van de grammatica ook tamelijk slecht thuis.--MENEDEMUS: Nu ja in 't taalgebruik ken ik wel een figuur "eerst-laatst" geheeten.[5]--OGYGIUS: Precies. Hij die hier 't naast is na den Prior van 't klooster, is de Prior die volgt.--MENEDEMUS: Ge bedoelt dus eigenlijk den Onder-prior?--OGYGIUS: Deze groette mij nog al beleefd. Hij vertelt mij hoeveel moeite 't den monniken gekost had, die regels van mij te lezen: hoeveel brillen er vergeefs op waren afgeveegd. Zoo dikwijls de een of andere oude doctor in de godgeleerdheid of in de rechten b
PREV.   NEXT  
|<   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154  
155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   >>   >|  



Top keywords:

MENEDEMUS

 

OGYGIUS

 

Hebreeuwsch

 

hoeveel

 

laatste

 

moeite

 

waardigheid

 
aanloopen
 

klooster

 

andere


verwerpen
 

rechten

 

Waarom

 

afgeveegd

 
Kanunniken
 
dikwijls
 

kapittels

 

doctor

 

vergeefs

 

bisschopsstaf


mijter

 

koopen

 

misschien

 

vroomheid

 
godgeleerdheid
 

daartegen

 

beletsel

 
Heilige
 

gehoord

 

Precies


geheeten

 

laatst

 

figuur

 

vertelt

 

eigenlijk

 

groette

 

beleefd

 

bedoelt

 
bisschop
 

taalgebruik


regels

 

brillen

 

monniken

 

slecht

 

tamelijk

 

gebied

 

grammatica

 

gekost

 
wijzen
 

vingers