FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   >>   >|  
vendheid.--OGYGIUS: Zeg liever dat hij de beleefdheid in eigen persoon is, als je hem goed kent. Hij is zoo geleerd, zoo eenvoudig van karakter, zoo echt vroom van levenswandel, dat hij al de eigenschappen bezit van een waar kerkvorst. Door hem nu werden we naar 't hooger gelegen deel van de kerk gebracht. Want achter het altaar klimt men weer als tot een tweede kerk op. Daar wordt in een kapelletje 't geheele gelaat van den Heiligen Thomas, verguld en met veel steenen versierd, getoond. Maar een onverwacht toeval vergalde bijkans al ons genoegen.--MENEDEMUS: Ik ben nieuwsgierig te hooren wat voor een ongeluk je ons vertellen zult.--OGYGIUS: Mijn reismakker Gratianus werd er niet heel vriendelijk om aangezien en aangesproken. Na een kort gebed vroeg hij den kerkedienaar die er bij zat: "Och, eerwaarde vader, is 't waar wat ik hoor, dat de Heilige Thomas bij zijn leven zoo hoogst weldadig was jegens de armen?" "Ja zeker is dat waar," antwoordde de man en hij begon veel van die weldaden te vertellen jegens de menschen die 't niet ruim hadden. Toen zei Gratianus: "Ik denk niet dat die gezindheid bij hem veranderd is, of 't moest zijn, nog meer ten goede." De kerkedienaar stemde dat gaarne toe. Mijn vriend zei daarop: "Wanneer dan de heilige man zoo vrijgevig was tegenover behoeftigen toen hij nog arm was en zelf ondersteuning in geld noodig had voor de nooddruft van zijn lichaam, denkt ge dan niet dat het zijn goedkeuring zeker zou wegdragen, wanneer, nu hij zoo rijk is en niets meer noodig heeft, een arm vrouwtje met een troep hongerige kinderen thuis, of meisjes die uit armoede gevaar loopen haar kuischheid te verliezen, of een man die ziek neerligt van alle hulp verstoken; wanneer, zeg ik, zoo iemand, na den Heilige om vergiffenis gevraagd te hebben, van dien grooten rijkdom een enkel stukje wegnam om haar gezin te helpen en dit beschouwde als iets wat ze van iemand kreeg, die 't haar ten geschenke of te leen aanbood?" Toen de bewaker van 't gouden hoofd daar niets op antwoordde, zei Gratianus, die een beetje heftig en driftig is uitgevallen: "Ik ben er in mijn ziel van overtuigd dat de Heilige man zich zelfs zou verheugen dat hij ook na zijn dood nog de bezwaren der armen kon verlichten." Toen fronste de bewaker 't voorhoofd, stak zijn lippen minachtend vooruit en keek ons met flikkerende en boosaardige oogen aan. Ik twijfel er geen oogenblik aan of hij zou ons in 't gezicht hebben gespogen en onder een vloed van scheldw
PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   >>   >|  



Top keywords:

Heilige

 

Gratianus

 

Thomas

 

antwoordde

 

iemand

 

kerkedienaar

 

OGYGIUS

 
jegens
 

hebben

 

vertellen


bewaker
 

wanneer

 

noodig

 

nooddruft

 
verstoken
 
lichaam
 

kinderen

 

ondersteuning

 

goedkeuring

 

neerligt


verliezen

 

gevaar

 

scheldw

 

armoede

 
vrouwtje
 

loopen

 

kuischheid

 
hongerige
 

wegdragen

 

meisjes


grooten

 

bezwaren

 

verheugen

 

uitgevallen

 

overtuigd

 

verlichten

 

fronste

 

flikkerende

 
twijfel
 

boosaardige


vooruit

 

minachtend

 

voorhoofd

 

lippen

 

driftig

 

heftig

 

oogenblik

 

stukje

 
wegnam
 

rijkdom