FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146  
147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   >>   >|  
nd stond, zou dan de Heilige Maagd zulke schurken niet onmiddellijk met haar bliksem treffen?--OGYGIUS: Waarom zou de Heilige Maagd dit eerder doen dan God in den Hemel, voor wien sommige menschen zoo weinig eerbied hebben dat ze hem van zijn kerksieraden durven berooven, zelfs zoo, dat ze door de muren van de kerk heen breken?--MENEDEMUS: Ik ben 't nog niet met mij zelven eens waarover ik meer verwonderd moet zijn: over de verregaande onbeschaamdheid van die heiligschenners of over Gods lankmoedigheid.--OGYGIUS: Nu dan. Aan de noordzijde is een poortje, niet van de kerk (je mocht je soms eens vergissen) maar van de omheining waarmee 't geheele terrein bij de kerk behoorend wordt omsloten. Die poort heeft weer een klein deurtje zooals wij die in de groote dubbele deuren van de adellijke kasteelen zien. Ieder die wil binnentreden, loopt eerst gevaar zijn scheenbeen te schaven en ziet zich daarna gedwongen flink te bukken om zijn hoofd niet te stooten.--MENEDEMUS: 't Is maar veiliger om door zoo'n deurtje 't huis van je vijand niet binnen te gaan.--OGYGIUS: Dat is een goede opmerking. De "gids door 't Heiligdom" vertelde dat indertijd een Ridder te paard door dat deurtje aan een hem vervolgenden vijand ontsnapt was, die hem op de hielen zat. De ongelukkige die reeds wanhoopte aan redding had door een plotselinge ingeving zijn leven aanbevolen aan de Heilige Maagd die in de buurt was. Want hij was van plan om tot Haar altaar te vluchten als de groote poort openstond. En hoor nu eens het ongehoorde wonder! Eensklaps stond de ruiter met paard en al binnen de omheining van het kerkhof, terwijl zijn vervolger tevergeefs buiten voor de poort stond te razen en te tieren.--MENEDEMUS: En wist de gids je dit verhaal aannemelijk te maken?--OGYGIUS: Ja zeker.--MENEDEMUS: Dat ging bij zoo'n wijsgeer als jij bent, toch zeker zoo heel gemakkelijk niet.--OGYGIUS: Hij wees mij op de deur een koperen plaat met spijkers er op vastgehecht, waarop een afbeelding van den geredden ridder stond in de kleedij die het Engelsche volk toen placht te dragen, zooals wij die ook op schilderijen van ouden datum zien weergegeven. Als die niet liegen, dan hadden de barbiers van die dagen weinig te doen, evenals de lakenververs en lakenwevers.--MENEDEMUS: Hoe dat zoo?--OGYGIUS: Omdat de man een baard had als een geit en omdat er geen enkele plooi zat in zijn kleedingstukken, die zoo weinig ruimer waren dan zijn lichaam, dat dit er nauw door was ingesnoerd.
PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146  
147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   >>   >|  



Top keywords:

OGYGIUS

 

MENEDEMUS

 

weinig

 

Heilige

 

deurtje

 

zooals

 

binnen

 
vijand
 

omheining

 

groote


vervolger
 

terwijl

 

tevergeefs

 

tieren

 
verhaal
 
aannemelijk
 

buiten

 

vluchten

 

aanbevolen

 

plotselinge


ingeving

 

altaar

 

Eensklaps

 

ruiter

 
ingesnoerd
 

ongehoorde

 

openstond

 
kerkhof
 

koperen

 

evenals


lakenververs

 

lakenwevers

 

barbiers

 

hadden

 

weergegeven

 

liegen

 

ruimer

 

kleedingstukken

 
lichaam
 

enkele


schilderijen

 

gemakkelijk

 

wijsgeer

 

redding

 

spijkers

 

Engelsche

 

placht

 

dragen

 
kleedij
 

ridder