FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142  
143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   >>   >|  
bidt: "Maria geef me een rijken en mooien bruigom." Een getrouwde vrouw: "Schenk mij mooie kinderen." Een zwangere vrouw: "Maak mij mijn bevalling licht." Een oude vrouw: "Maak dat ik lang mag leven zonder hoest en zonder dorst." Een oude malle gek: "Geef dat ik weer jong mag worden." Een wijsgeer roept uit: "Maak dat ik onontwarbare wetenschappelijke knoopen kan leggen." Een priester vraagt: "Geef mij een mooie priesterplaats." Een Bisschop vraagt: "Bescherm mijn Kerk." De zeeman: "Verleen mij een veilige vaart." Een gouverneur zegt: "Laat mij uw Zoon zien voor ik sterf." Een hoveling: "Doe mij in mijn stervensuur eerlijk en naar waarheid mijn zonden biechten." Een boer bidt: "Geef mij regen op tijd." Een boerin: "Bewaar ons klein en groot vee in gezondheid."--Weiger ik iets, dan heet ik dadelijk onbarmhartig. Zoo ik hen naar mijn Zoon verwijs, dan moet ik hooren: "_Hij_ wil alles wat _gij_ wilt." Moet _ik_ in mijn eentje, die maar een vrouw en nog al een maagd ben, hulp verleenen aan varenslieden, krijgers, handelaars, spelers, trouwende paren, zwangere vrouwen, gouverneurs, vorsten en boeren? Maar alles wat ik daar gezegd heb, is nog maar een klein deel van 't geen ik te doorstaan heb. Van dat alles heb ik tegenwoordig veel minder last dan vroeger, en daarom zou ik u van harte dank zeggen, ware het niet dat dit voordeel een veel grooter nadeel met zich meesleepte. Ik heb nu wel veel meer vrijen tijd, maar minder eerbewijzen en minder inkomsten. Vroeger werd ik begroet als "Hemelskoningin," "Meesteres der Wereld," nu hoor ik ternauwernood uit den mond van enkelen een "Ave Maria." Vroeger behing men mij met kostbare steenen en goud, kreeg ik fraaie kleedingstukken in overvloed, werden mij giften in goud en edelsteenen gebracht, tegenwoordig krijg ik ternauwernood een klein manteltje en dat nog wel een waaraan de muizen geknabbeld hebben. De jaarlijksche inkomsten zijn zoo gering geworden, dat ik er ternauwernood een armzaligen kerkdienaar van kan onderhouden om een lampje of een vetkaars voor mij aan te steken. En dat alles zou nog te dragen zijn, wanneer men niet vertelde dat gij nog grooter plannen koestert. Men zegt dat gij 't daarop aanstuurt: alle Heiligen uit de kerken te jagen. Bedenk echter wel wat gij gaat doen. Den anderen Heiligen ontbreekt 't niet aan de macht om zich te wreken over 't onrecht hun aangedaan. Wanneer ge Petrus uit de kerk werpt, dan kan hij voor u op zijn beurt de deur van den hemel sluiten.
PREV.   NEXT  
|<   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142  
143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   >>   >|  



Top keywords:

ternauwernood

 

minder

 

grooter

 

zwangere

 

Vroeger

 

Heiligen

 

vraagt

 
tegenwoordig
 

inkomsten

 

zonder


overvloed
 

werden

 

steenen

 

kleedingstukken

 
fraaie
 
kostbare
 

voordeel

 

eerbewijzen

 

begroet

 

meesleepte


Wereld

 

Meesteres

 

Hemelskoningin

 

behing

 
nadeel
 

giften

 

enkelen

 
vrijen
 

anderen

 

ontbreekt


wreken

 

kerken

 

Bedenk

 

echter

 

onrecht

 

sluiten

 

aangedaan

 

Wanneer

 
Petrus
 

aanstuurt


daarop

 

jaarlijksche

 

gering

 

geworden

 

hebben

 

geknabbeld

 

gebracht

 

manteltje

 
waaraan
 

muizen