Paulus heeft zijn zwaard. Bartholomeus is
met een mes gewapend. Wilhelmus heeft onder zijn monnikspij een volledig
harnas en draagt daarbij een flinke lans. En wat wilt ge tegen den
Heiligen Joris uitrichten, die te paard zit en geheel geharnast is,
schrikwekkend door speer en zwaard? Antonius is ook niet ongewapend: hij
heeft zijn heilig vuur. En ook de overigen hebben hun wapens of hun
kwalen, die ze toezenden aan wien ze willen. Maar mij, ongewapend als ik
ben, zul je er niet uitwerpen of 't moest wezen tegelijk met mijn Zoon,
dien ik op mijn arm draag. Van hem laat ik me niet scheiden. Ge moet hem
met mij uitstooten, of ge moet ons beiden met rust laten, of ge moest
soms liever een kerk hebben zonder Christus. Dat wilde ik u even doen
weten. Bedenk wat ge mij meent te moeten antwoorden. Want de zaak ligt
mij na aan 't harte.--Geschreven uit onze Kerk van Steen den 1en
Augustus van het jaar van 't lijden mijns Zoons 1524. Door mij, maagd
van Steen eigenhandig onderteekend."--MENEDEMUS: Wel, die brief klinkt
dreigend en schrikaanjagend. Pastoor Donkerschat zal dunkt me wel
oppassen.--OGYGIUS: Als hij ten minste verstandig is.--MENEDEMUS: Waarom
heeft die goede Sint Jacob hem ook niet over dezelfde aangelegenheid
geschreven?--OGYGIUS: Dat weet ik niet; misschien omdat hij wat ver af
woont en tegenwoordig alle brieven onderschept worden.--MENEDEMUS: Welke
goede hoogere Macht heeft je naar Engeland gebracht?--OGYGIUS: Een
bijzonder gunstige wind lokte mij er heen en ik had ook zoowat half
beloofd aan de Heilige Moedermaagd aan de Zee dat ik haar na twee jaren
weer zou komen bezoeken.--MENEDEMUS: Wat was je van plan haar te
vragen?--OGYGIUS: Och, niets bijzonders. Alleen maar die gewone dingen:
dat mijn familie gezond mocht blijven, vermeerdering van mijn vermogen,
een lang en gelukkig leven hier op aarde en altijddurende gelukzaligheid
in 't toekomende.--MENEDEMUS: Kon de Heilige Moeder Gods bij ons u dat
dan niet geven? Zij heeft te Antwerpen een vrij wat mooier kerk dan die
in Engeland is, aan de zee.--OGYGIUS: 'k Zal niet zeggen dat ik 't niet
kan, maar de Heilige Maagd schenkt hier dit en daar dat, hetzij dat 't
haar nu eens zoo in den zin komt, hetzij dat ze zich naar onze neigingen
en verlangens schikt, welwillend als ze is. Van Sint Jacob van
Compostella heb ik dikwijls gehoord: maar vertel me eens iets, als je
wilt, van 't rijk van die Heilige Maagd aan de Zee.--OGYGIUS: Goed, ik
zal 't zoo beknopt doen als ik kan
|