ar plaats je de
weduwen?--CORNELIA: O, 't is goed dat je mij daaraan herinnert. Die
krijgen haar plaats onder de getrouwde vrouwen, als ze ten minste
kinderen hebben of gehad hebben. Dan moeten wij vaststellen, hoe een
raadsbesluit zal worden genomen, met stembriefjes of stemsteentjes, of
bij hoofdelijke stemming, of door 't opsteken der handen, of door uit
elkander te gaan staan.--CATHARINA: Met steentjes kan licht bedrog
gepleegd worden, net als met stembriefjes. Als we willen stemmen, door
naar verschillende kanten uiteen te gaan, zullen we te veel stof
opjagen, omdat wij sleepjaponnen dragen. 't Beste is dus maar, dat
iedere vrouw mondeling zegt hoe zij over een zaak denkt.--CORNELIA: Maar
't is moeilijk de stemmen te tellen. En dan moet er wel opgepast worden
dat 't in plaats van een vrouwen_raad_ geen vrouwen_praat_
wordt.--CATHARINA: Zonder 't houden van notulen zal 't niet gaan, er mag
niets verloren gaan.--CORNELIA: Nu zoo zijn er dan maatregelen genomen
omtrent 't aantal deelnemers. Maar hoe zullen we 't getwist en gekijf er
buiten houden?--CATHARINA: Laat niemand spreken die daartoe niet is
uitgenoodigd en dan alleen maar op haar beurt. Wie zich daaraan niet
houdt, wordt uit den raad verwijderd. En verder, als er een is die 't
geen hier besproken wordt verklapt, die zal gestraft worden met een
gedwongen zwijgen van drie dagen.--CORNELIA: Goed. Zoo ver dus over de
manier waarop we de zaak zullen aanpakken. Hoort nu, wat we zullen
behandelen. Vooreerst moeten we zorg dragen voor ons aanzien en
prestige. En dat ligt voornamelijk in onze uiterlijke verschijning. Die
wordt heden ten dage zoo verwaarloosd, dat men nauwlijks een onderscheid
kan zien tusschen een dame van adel en een vrouw uit het volk, een
getrouwde vrouw, een meisje, en een weduwe, tusschen een fatsoenlijke
gehuwde vrouw en een lichtekooi. Alle gevoel van schaamte is zoo ver de
wereld uit, dat iedere vrouw zich maar aanmatigt, wat ze maar wil. Men
kan tegenwoordig vrouwen uit de burgerklasse, ja zelfs uit heel lagen
stand zien, die zich kleeden in zijde, in sleepjaponnen, bebloemd,
gestreept, van fijn lijnwaad, met goud- en zilverdraad doorweven, ja met
sabelbont, terwijl intusschen hun mannen thuis schoenen zitten te
lappen. Haar vingers hebben ze beladen met smaragden en diamanten (want
paarlen zijn nu bij 't groote publiek in minachting), om over barnsteen,
koralen en goudleeren schoentjes maar niet eens te spreken. Vroeger was
't voldoende voor
|