st aan de
innerlijke stem gehoorzamen, hij kon niet rusten eer hij over de groote
punten, die naar hij dacht het menschelijk leven beheerschen: de
verhouding van den mensch tot god, de inrichting van den staat, de
verhouding der geslachten en de opvoeding, zijn overtuiging had
uitgesproken. Maar daarna wilde hij rusten, wilde het leven leiden, dat
hij wist te passen bij zijn aanleg, een veilig-omsloten leven in een
nauwe, vredige sfeer. Hij voelde zich niet gelukkig en niet thuis in de
sfeer waarin hij geraakt was; hij had genoeg en meer dan genoeg van het
verkeeren in de kringen der letterkundigen; hij was zich bewust de
eigenschappen te missen: takt, zekerheid, gemakkelijke vormen,
gevatheid, die tot den wereldschen omgang onmisbaar zijn. Hij wist zich
in dien omgang de zwakste te wezen, en de ervaring had hem geleerd dat
de zwakste bij elke verbintenis aan 't kortste eind pleegt te trekken.
Hij wist ook, dat hij nooit innerlijke rust zou vinden, zoolang hij
bleef verkeeren met menschen uit die sfeer; zij brachten zijn hart
altijd aan 't wankelen en wekten in hem duizend aandoeningen; hij kon
niet boven die aandoeningen uitstijgen: kracht en zwakheid lagen daartoe
in zijn gemoed te dicht bijeen; 't beste: de groote liefde tot de
menschen, de begeerte, begrepen en bemind te worden en de drang zich te
geven was in zijn hart zoo onontwarbaar vervlochten met ijdelheid, dorst
naar lof en hulde, beduchtheid voor afkeuring;--dat hart was zoo
kwetsbaar, kromp zoo gauw pijnlijk ineen, dat rust en vrede voor hem
alleen mogelijk waren in de alleenheid, of bij eenvoudige zielen die
hem niet konden grieven. Hij wist dit; hij wilde niet meer schrijven
--behalve zijn gedenkschriften, maar die zouden eerst na zijn dood
verschijnen--zich los maken van de kultuur, en ergens, ver weg, met
Therese in een holletje kruipen, in donker verdwijnen. Dit verlangen was
het, dat hem mede aandreef zoo hard te werken. Want de rust kon eerst
beginnen, wanneer de werken die hij onder handen had, voleindigd waren.
En zoo sterk was zijn hunkeren naar rust, dat hij besloot uit het
oorspronkelijke schema van het groote werk over de politieke
instellingen een klein onderdeel te lichten, dit alleen af te maken en
het overige te doen vervallen.
Het plan tot het schrijven van een sensitivistische moraal had hij al
vroeger opgegeven. Met al 't andere, behalve de muziek-dictionnaire,
die telde niet mee, kon hij in een paar jaar klaar zijn: dan zou hij
zijn l
|