FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  
ptimisme buiten zijn medeweten gepubliceerd was geworden, aldus eindigde: "Ik bemin u niet, mijnheer, ge hebt mij elk kwaad aangedaan dat mij, uw geestdriftige discipel, het pijnlijkst kon zijn om te verdragen. Gij hebt Geneve als belooning dat ge er een toevlucht in vondt, verdorven; ge hebt mijn medeburgers, als loon van den lof dien ik u in hun midden bracht, van mij vervreemd; gij zijt het die mij het verblijf in mijn land onmogelijk maakt; gij zult mij doen sterven in den vreemde, ver van elke vertroosting der stervenden en zonder eer in een hoek geworpen, terwijl iedere eer die aan een mensch bewezen kan worden, u zal vergezellen in mijn land," ... "Ik haat u, in een woord, omdat ge het gewild hebt, maar ik haat u als een mensch, die waardig geweest is u lief te hebben, zoo ge het hadt gewild. Van alle gevoelens waarmede mijn hart voor u vervuld was, blijft slechts de bewondering over die men aan uw genie niet kan weigeren en de liefde voor uwe werken.... Vaarwel, mijnheer." Dit gebeurde in 1760. Voltaire begreep niets van dezen onbeheerschten brief, maar werd er buiten zich zelven door van woede gebracht, zooals zijn uitingen in dien tijd bewijzen: "die driedubbele gek ... een infaam schrijven ... verachtelijke manoeuvres ... de schrijver der "Nouvelle Heloise," die kwaaddoende bengel ... (de "Nouvelle Heloise" noemde hij "een vervelende en onbehoorlijke roman, een monsterlijke rhapsodie;" de "Emile" vond hij: "laf en plat"). Het is begrijpelijk dat hij, die elegante klaarheid boven alles stelde,--hij vergeleek zichzelf eens bij een beekje, helder maar ondiep,--het hartdiepe zwaarmoedige genie, de doorploegde en dikwijls oratorisch-gezwollen stijl van Rousseau niet kon waardeeren. Rousseau daarentegen bleef levenslang getrouw aan zijn waardeering voor de letterkundige gaven van Voltaire. Toen de grijze patriarch aan den vooravond van zijn dood in het Theatre Francais met den lauwerkrans gehuldigd werd, en een vleierig heertje daarover tegen Rousseau spotte, denkend hem zoo te behagen, zette Rousseau den spotter onmiddellijk op zijn plaats met de woorden: "wie veroorlooft zich, er aanmerking op te maken dat aan Voltaire eer bewezen wordt in den tempel waarvan hij de god is en door de priesters, die er sedert vijftig jaar van zijn meesterwerken leven? Wie zou den lauwerkrans verdienen, zoo hij niet?" Misschien ligt het geheim van de verhouding der beide mannen, van Voltaire's hartstochtelijke verguizing en Rousse
PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  



Top keywords:

Rousseau

 

Voltaire

 
Nouvelle
 

mensch

 

bewezen

 

Heloise

 

gewild

 

buiten

 

lauwerkrans

 

mijnheer


zwaarmoedige

 

doorploegde

 

noemde

 

hartdiepe

 

ondiep

 

beekje

 
helder
 

dikwijls

 

oratorisch

 

Rousse


levenslang

 

daarentegen

 

waardeeren

 

gezwollen

 
ptimisme
 

zichzelf

 

vergeleek

 
rhapsodie
 

monsterlijke

 
vervelende

onbehoorlijke
 
begrijpelijk
 

getrouw

 

stelde

 

klaarheid

 

mannen

 

hartstochtelijke

 
elegante
 
verguizing
 

spotter


onmiddellijk

 
vijftig
 
plaats
 

behagen

 

meesterwerken

 

denkend

 
woorden
 

tempel

 

waarvan

 

priesters