t ik u verboden heb dit woord uit te
spreken, dit afschuwelijke woord!" Maar zij besefte tegelijk, dat
zij met dit verbod een zeker recht op hem had genomen en hem een des
te grooter recht gegeven had haar van zijn liefde te spreken. Doch
vastberaden zag zij hem in de oogen en terwijl zij begon te gloeien,
zoodat zij haar wangen voelde branden, ging zij voort: "Ik wilde
het u al lang zeggen en ik ben nu juist hier gekomen, omdat ik wist,
dat gij er ook zoudt zijn, ik ben gekomen om u te zeggen, dat 't ten
einde moet zijn. Ik heb tot hiertoe nimmer en voor niemand behoeven
te blozen, en gij dwingt me, mij schuldig te gevoelen."
Hij zag haar aan en was verrast door eene nieuwe, zielvolle uitdrukking
harer schoonheid.
"Wat verlangt ge van mij?" vroeg hij ernstig en eenvoudig.
"Ik verlang, dat gij naar Moskou terugkeert en Kitty vergeving vraagt."
"Dat verlangt ge niet," zeide hij kalm. Hij zag, dat zij zich geweld
deed om het tegendeel te zeggen van hetgeen zij wenschte.
"Indien ge mij werkelijk lief hebt, zooals ge zegt, geef mij dan mijn
rust weder!"
Zijn gelaat straalde.
"Weet ge dan niet, dat ge voor mij het geheele leven zijt, maar rust
... ik kan u niet geven, wat ik zelf niet heb. Mij zelf--geheel,
mijn liefde ... ja! Aan u kan ik niet denken zonder mij--gij en ik,
in mijn gedachten zijn wij een. De mogelijkheid der rust zie ik ook
in de toekomst noch voor mij, noch voor u; wel zie ik de mogelijkheid
der vertwijfeling en der ellende--maar ik zie ook de mogelijkheid van
een geluk, en welk een geluk.... Is het niet mogelijk?" fluisterden
zijn lippen slechts--maar zij verstond het toch.
Zij spande al de kracht van haar verstand in om te spreken en te doen,
wat de plicht haar gebood, en toch zag zij hem met een blik vol liefde
aan en antwoordde niets.
"Daar is het!" dacht hij in verrukking, "daar is het einde, waar ik
reeds wanhoopte, waar ik geen einde zag, daar is het! Zij bemint mij
en heeft het bekend."
Zij wilde iets zeggen, maar hij kwam haar voor: "Ik smeek u slechts
om een gunst, om het recht te mogen hopen, mij zelf altijd te mogen
kwellen zooals nu. Maar als ik dit recht moet missen, zoo beveel mij
te verdwijnen, en ik verdwijn. Is mijn tegenwoordigheid u onaangenaam,
dan zult ge mij niet meer zien."
"Ik wil u niet wegjagen...."
"Verander dan slechts niets! Laat alles blijven zooals het nu is,"
smeekte hij met bevende stem.... "Daar is uw man!"
Inderdaad trad op dat oogenblik Alex
|